Artikelen

Dick Matena's Mythen der 20e eeuw

Hoewel de stripmarkt de laatste twee jaar - dank zij bezuinigingsmaatregelen van de uitgevers - niet meer overspoeld wordt door talloze, vaak overbodige albums, mag het aantal uitgaven dat die maatregelen kan trotseren toch nog omvangrijk genoemd worden. Gelukkig gevolg hiervan is, dat er ook veel strips van kwaliteit verschijnen; enerzijds zijn dit ouderwets goede, niet zelden reeds gevestigde series: Blueberry, Buck Danny, Jeremiah bij voorbeeld, anderzijds 'moderne' hoogstandjes van de handen van bij voorbeeld Enki Bilal en Pierre Christin. Vooral bij het werk van de laatsten - de Voorbijganger-serie - doet de bijzonder mooi verzorgde uitgave menig stripverzamelaar watertanden. Dat een dergelijke prachtige vlag de - soms zelfs morsige - lading niet altijd hoeft te dekken, mag blijken uit de op het eerste gezicht prima-ogende, maar sterk overschatte reeks De kinderen van de wind.

Nu verschijnt er zo nu en dan een beeldverhaal waarbij èn uitvoering èn inhoud perfect zijn... of perfect, er valt - door de zéér kritische lezer - altijd wel wat op aan te merken. Zo'n boek is Mythen, van Dick Matena. Een oogstrelende, in mooie kleuren uitgevoerde, maar bovendien sobere omslag (niet meer informatie dan nodig: kortweg 'Mythen' en omslagtekening); groot formaat (dat wil zeggen groter dan een 'normaal' stripalbum); gekartonneerd; zwarte schutbladen (buitengewoon mooi!), lekker dik (tachtig strippagina's, met vóór ieder verhaal een deeltitel - zó moet 't!); uitstekend papier; prima gedrukt (bij, naar ik me heb laten vertellen, een van Neerlands beste drukkers); mooi geletterd en perfect ingekleurd. Kortom: een uitgave van nauwelijks te evenaren klasse... Maar dan de inhoud, want zo?n deeltje van De kinderen van de wind ziet er óók zeer verzorgd uit (al is de lettering afschuwelijk). De inhoud... tja... Wanneer je, zoals ik, opgegroeid bent met Pep (en later Eppo), ken je van Matena zijn Argonautjes en Ridder Roodhart, op scenario van Lo Hartog van Banda; en zijn Grote Pyr (overigens ook nog altijd grote klasse!), Kleine Pier en Dandy, door hem zelf geschreven. Virl hebben we natuurlijk ook allemaal in de kast staan, maar dan wordt het lastiger, want Matena publiceerde daarna nauwelijks nog in Nederland; Kleine Dick werd Grote Dick - een wordingsproces dat zich buiten het gezichtsveld van menigeen voltrok - en een volwassen Dick is voor veel, zo niet de meeste lezertjes waarschijnlijk wat moeilijk te volgen. Mythen dus... Acht verhalen van elk tien pagina's, waarvan er vier eerder in 't Nederlands verschenen (maar op één na wel in zwart/wit), getekend voor Heavy Metal, Comix International en El Vibora. De hoofdfiguren van elk verhaal zijn - en dat blijkt al uit de voorkaft met onder anderen Elvis, Lennon, James Dean en Marilyn Monroe - wereldberoemde personen; personen van wie we allemaal wel wat, maar niet alles afweten. Matena wel... of niet...? Ik zal proberen een korte inhoud te geven van Matena's 'biografieën'; in chronologische volgorde (dus niet die van de boekuitgave - waarom niet?). Heartbreak Hotel Het inmiddels legendarische verhaal over Elvis Presley's teloorgang, veroorzaakt door 'kolonel' Tom Parker. Elvis' verloochening van zijn muziek: rock 'n roll, vertegenwoordigd door Jerry Lee Lewis, die Elvis nog tracht tegen te houden. Elvis - het moederskindje - die aan het eind van de road to stardom (plastisch weergegeven door Matena) vertwijfeld om z'n moeder roept. Overigens schijnt een Elvis-fanclub niet zo gelukkig te zijn geweest met deze strip. Onterecht naar mijn idee, omdat slechts het sluwe, misleidende genie van Parker aan de kaak wordt gesteld. Het is jammer dat de tekst van Blue suede shoes niet correct is (de vertaling in Visions 7 was beter). De laatste dag Dit verhaal opent met een karakteristieke pose van Hitler, die waarschuwt voor een lot erger dan de dood, dat hem zelf spijtig genoeg nooit toebedeeld is, maar wat hem aan het slot alsnog beschoren is. Een kort optreden van Von Hindenburg en Cousteau, maar een glansrol (die hij waarschijnlijk altijd al heeft willen spelen) voor Bob Dylan: die van Jezus. Ook Matena maakt op de laatste dag gebruik van het treinmotief (zoals vaker in de literatuur; vergelijk bij voorbeeld Vestdijk, Den Uyl, Marten Toonder). De Führer komt tenslotte terecht in een veewagen vol met uitgemergelde joden. Jammer van het letterfoutje, maar een prachtig kleurgebruik op pagina's 6 en 7. St. James Infirmary Dokter Hugh Hefner - directeur van Playdoc - maakt van een gecastreerde heilsoldaat een uitzonderlijke schoonheid, in wie wij Marilyn Monroe herkennen. Arthur Miller, auteur en ex-echtgenoot van M.M. als schoonmaker en mislukt aanrander. A life in a day John Lennon, op de vlucht voor een moordenaar, wordt door Stuart Sutcliffe naar Fagin gebracht. Deze Fagin - het prototype van de 'ouwe jood' en een pederast - verandert Lennon zodanig dat hij onherkenbaar wordt (hetgeen Brian Epstein tenslotte ook deed). Fagin wordt doodgeschoten; The Beatles zijn vrij om te gaan waar ze willen, maar de moordenaar is Lennon weer op het spoor. De Maharishi Mahesh Yogi & Yoko Ono helpen hem ontsnappen, maar uiteindelijk wordt hij toch doodgeschoten door iemand die sprekend op hem lijkt. Vlees, of het geheime leven van Alfred H. Alfred Hitchcock in de rol van studioslager annex lustmoordenaar, die zijn slachtoffers - mooie, jonge vrouwen - in culinair-erotische poses pleegt te fotograferen alvorens hen te vermoorden. De reden voor dit uitzonderlijke gedrag is dat zijn vrouw er 25 jaar geleden met hun dochter vandoor ging. Na de moord verwerkt hij de dames in worstjes, die hij dan de acteurs (en regisseur Matena?) presenteert. Rebel with a cause Soesjeseter James Dean probeert een slachtoffer van aanranding (Pier Angeli?) te redden, maar wordt in elkaar geslagen. Van 'tough guy' Marton Brando krijgt hij de raad Vader Elia(h Kazan) op te zoeken. Dat helpt, want die verandert hem in een - weliswaar biseksuele - rebel. Na zijn eerste aanranding wordt Dean verliefd op 'n slachtoffer, maar na zijn/haar afwijzing rijdt hij zich, hysterisch lachend, kapot. Sympathy for the devil Chaplin, liefhebber van jonge meisjes, als Ghepetto; zijn schepping is dan ook een Shirley Temple-achtig meisje. De goede fee is veranderd in een duivelse Mick Jagger, die de pop tot leven brengt. Chaplins liefde voor zijn 'dochter' wordt geenszins beantwoord en als deze pop liegt, wordt zij ouder (en liederlijker). Het blijkt dat Chaplin niet zijn, maar háár ziel heeft verkwanseld. Deze geschiedenis herhaalt zich tot in het oneindige. Hier en bij St. James Infirmary blijkt de functie van het irritante woordje 'einde' bij de andere verhalen. Sympathy 'wordt voor eeuwig vervolgd' en St. James blijkt slechts een proloog, want eindigt met 'het begin'. Lenore Stripfiguren en tekenaars (of zijn het de critici?) worden in dit laatste verhaal voor paal gezet. Edgar Allen Poe (zagen we hem al niet eerder?) is de hoofdfiguur, die 'nergens voor deugde en daarom maar striptekenaar werd'. Rip Kirby, Superman, Huik, Flash Gordon, Prince Valiant en met hen vele anderen worden afgebeeld in hen vreemde, zeer compromitterende poses. En Poe's begeleider, Sigmund Freud, geeft zijn verleden prijs; maar via een raaf, want hij is buikspreker. Tenslotte wordt de striptekenaar unaniem veroordeeld: leven zal hij nimmermeer geven... Dat waren ze alle acht, zeer beknopt naverteld; beknopt, omdat Dick Matena zo ongelofelijk veel gegevens in zijn mythen verwerkt - gegevens ontleend aan de werkelijkheid - dat het ten eerste geen zin heeft om ze allemaal op te sommen en dat het ten tweede niet onwaarschijnlijk is dat ik er een aantal gemist heb; ergo: Matena moet een hele bibliotheek doorgeworsteld hebben om deze verhalen te kunnen maken. Matena doorspekt deze strips met groteske en vreemd aandoende figuren (de hermafrodiet bij voorbeeld, die we ook in zijn andere werk regelmatig tegenkomen) en symbolen (cijfers, letters, pijlen, klokken, enzovoorts) met wie en waarmee hij stellig meer beoogt dan ik - en vermoedelijk velen met mij - er in zie. Dat neemt echter niet weg dat zijn verhalen het lezen alleszins waard zijn; al was het slechts omdat er bij iedere herlezing weer iets nieuws in het oog springt: kleine verwijzingen, die men de eerste (of de tweede) maal over het hoofd ziet. In het laatste verhaal hekelt Matena de critici (en in het bijzonder de stripcritici waarschijnlijk); waarom dan toch een kritiek?... Omdat Mythen een bijzonder boek is - Matena's beste tot nu toe -, dat bij een eerste inzage, of zelfs bij een eerste lezing door weinigen gewaardeerd zal worden... en dat verdient het absoluut niet! Zoals Toonder en Tolkien - om er slechts twee te noemen - verstaat Dick Matena de kunst van het vertellen op verscheidene niveaus en het zal van het niveau van de lezer afhangen of en hoe dit boek gelezen wordt. Ik hoop dat er mensen zijn die na dit verhaaltje zullen proberen Mythen te lezen, voor de eerste of voor de tweede maal... Ik ben er van overtuigd dat wij, na Mythen, nog veel bijzonders van Matena mogen verwachten, en ik wil eindigen met de woorden van Marten Toonder: zeldzaam vakwerk!
door Joan van der Wyck
Stripschrift 193/194
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Privacy en voorwaarden Accepteer Weiger