Angoul?me 1985
Zeefdrukken, posters, luxe uitgaven, prentbriefkaarten, euh... strips?
leder jaar in januari of februari staat het nabij Cognac gelegen Franse provinciestadje Angoulême een paar dagen op zijn kop. Waarom? Omdat er dan enkele redacteuren van Stripschrift door de straten waren? Ook, maar daarnaast wegens het stripfestival waarvoor men daar jaarlijks flink in de bus blaast. Aan de lijn: Mat Schifferstein.
Telefoon. - Met Mat. - Hallo Mat, met Stripschrift. - Hallo Stripschrift. - En Mat, vertel eens, hoe was het in Angoulême? - Nou, wel leuk hè. - Ja vertel eens. Was het weer groot feest dan? - Ja nou hè, overal spandoeken, affiches op straat met de naam van Theo van den Boogaard bovenaan (Boogaard atteint des sommets, zoals de Fransen zeggen), displays van Dargaud in elke etalage (La BD c'est Dargaud), informatiebordjes, cocktails voor de pers, boekenbeurzen, tentoonstellingen, signerende tekenaars in alle boekhandels, tekenfilms, Mitterrand himself omringd door op hol geslagen persfotografen en veiligheidsmensen... - Goed ontvangen? - Ja, een prima werkende organisatie daar, met een eigen perscentrum waar mensen zitten die alles weten, informatiemappen, een redelijk hotel niet al te ver uit de buurt, een eigen persdag waarop je op je gemak afspraken kunt gaan maken voor interviews (nou ja, 'op je gemak'; het stikt er werkelijk van de persmensen uit alle delen van het land en het buitenland)... - Heb je ook nog wat gekocht? - Nou nee hè, ik heb zo'n pak persmappen mee moeten sjouwen... Je weet wel, elke uitgever of instantie maakt zijn eigen dossier met informatie over boeken en auteurs voor de pers; sommige bestaan alleen uit een pak aan elkaar geniete stencils waarvan de helft onbedrukt is, andere (die van het ministerie van cultuur bij voorbeeld) bevatten ook weinig tekst, maar dan gedrukt op losse vellen, die de dikte van karton hebben, luxe dus. - Was er nog wat nieuws? - Jawel: zeefdrukken, luxe drukken, posters, prentbriefkaarten, portfolio's, speciaal extra gelimiteerde uitzonderlijke uitgaven als... - Nee, maar ik bedoel natuurlijk: strips. - Strips? Euh... ik geloof het eigenlijk... o jawel: de nieuwe albums van Casterman waren er: Coeurs de sable van Loustal en Philippe Paringaux (een schitterend album, jongen, moet je absoluut lezen, en een kleuren...), Triton van Daniel Torres (die we nog geïnterviewd hebben), en eh, De koorts van Urbicande natuurlijk, de nieuwe Schuiten-Peeters, want ze hadden bij Casterman ook de stand als een deel van de kubus nagebouwd... - Verder niks? Die boeken komen hier nou ook uit. - Nee eigenlijk niet. Ik heb de nieuwe L'année de la bande dessinée nog gezien, maar dat is geen strip. Nou, ze zullen er wel geweest zijn, maar er was in ieder geval niets opvallends. Ze geven het hele jaar door strips uit... Nee, er komen, vooral in het weekend, wel veel tekenaars signeren bij Dargaud, Dupuis, Glénat (die allemaal reusachtig grote stands hebben daar), en bij de kleinere uitgeverijen, maar de helft van de stands die ik gezien heb op de beursen verkocht alleen maar wat ik je al gezegd heb: buttons, stickers, posters, luxe, luxe en superluxe uitgaves. - Dus de strip is daar eigenlijk bijzaak geworden. - Dat kun je wel zeggen: alleen de freaks lezen daar nog strips! (gelach) - Het is niet te hopen dat het hier ook die kant op gaat. Maar heb je nou niks positiefs te melden over wat daar gebeurt, of wat je gedaan hebt? - Nou de organisatie was dus zoals gezegd prima: een schitterend verzorgd programmaboek, een perscentrum waar je even kunt uitrusten als je niet naar een café wil. We hebben een aantal mensen gesproken, Har Brok en ik: Andreas, Rodolphe en Jacques Ferrandez. Thierry Groensteen, Antonio Cossu, Torres, dus hebben we in ieder geval weer materiaal voor een goed Stripschrift-jaar, met ook wat origineel materiaal erbij en zo, en actueler nieuws als de contacten die we nu gelegd hebben met uitgevers en fanzines goed blijven functioneren. - En wat vind je nou van Angoulême als je het vergelijkt met Breda? - Nou, op de eerste plaats wordt de hele stad erbij betrokken; er hangt overal een beetje een stripsfeertje, dat vond ik erg leuk. Ook verraste me iedere keer dat mensen zo maar de tenten in en uit liepen; je hoeft daar namelijk geen entreegeld te betalen, behalve als je naar de film wil. Dat doet ook heel sympathiek aan. En wat vooral erg goed uit de verf kwam, waren de tentoonstellingen; die waren echt prachtig. Eentje over architectuur, met zowel origineel werk als uitvergrotingen, waar ze alle mogelijke strips bij elkaar hadden gebracht, geordend op de architectuur die daarin voorkwam; van de oudheid via de Middeleeuwen tot de nieuwste stromingen en futuristische ontwerpen, zeg maar. Maar de kwaliteit van zo'n tentoonstelling zit hem ook in de afwerking ervan. Op die tentoonstelling stonden er bij voorbeeld enorme 'boeken', waarvan je de bladen kon omslaan, met daarop dus allerlei uitvergrote stripplaatjes uit diverse strips. En er was ook een projectie met diverse video's, een nieuw affiche van Joost Swarte, en dat soort dingen. Maar ronduit schitterend was de Ravian-tentoonstelling; volgens mij was daar door een aantal kunstacademiestudenten een half jaar op gewerkt of zo. Stel je voor: een donkere zaal met daarin levensechte modellen van Ravian en Laureline, en aan alle kanten kleurwerk van Jean-Claude Mézières (achtergronden voor tekenfilms en zo). Alle tekeningen zijn door middel van aparte spots zo belicht dat het net lijkt of je naar cells kijkt, die vanachter belicht zijn; het is net of het licht er doorheen schijnt. En één wand van de zaal heeft dezelfde vorm als de voorkant van het ruimteschip; als je één van de twee gangen neemt is het net of je het schip zelf binnenwandelt. In die gangen hingen dan weer originele platen van alle verhalen. Verder was er nog één kleine zaal met een prachtig gemaakte diaprojectie op groot doek, waarop met behulp van drie verschillende projectoren een verhaal over Ravians reizen verteld werd door middel van scènes uit de albums; het geheel afgewerkt met synthesizermuziek, natuurlijk. Zoiets moesten ze bij ons eigenlijk ook eens doen. - En de prijzen? - De grote prijs is naar Jacques Tardi gegaan, maar die prijs is eigenlijk net zo voorspelbaar als onze Stripschapprijs; ze werken gewoon alle grote auteurs achter elkaar af. Voor de rest was er niet veel bijzonders. Alleen was de pers er niet erg gelukkig mee dat er geen prijs werd toegekend voor het beste buitenlandse album; de jury had het niet eens kunnen worden. - Dat doet toch wel een beetje afbreuk aan hun internationale image. - Zo internationaal zijn ze er helemaal niet: naast de Fransen vind je er Franse Belgen en Franse Zwitsers. Behalve een vaste groep jonge Spaanse tekenaars, waaronder Alphamax en Ceeseepe, en doordat special guest star Berni Wrightson ontbrak, was er nog één Italiaan (Silvio Cadelo) en één Nederlander (Van den Boogaard), waarbij ik wel nog even moet opmerken dat mensen me elk jaar aanschieten in verband met Kwiepèr (Henk Kuijpers dus). Ik overdrijf natuurlijk een beetje, er zullen ongetwijfeld meer mensen uit het buitenland zijn geweest (een aantal Studio Vandersteen-tekenaars bij voorbeeld), maar de indruk die je krijgt is dat het allemaal erg Franstalig gehouden wordt. - Dat was het zo'n beetje, wat je te vertellen had? - Ja, ik dacht het wel... - Goed Mat, bedankt. - Graag gedaan.