Artikelen

Cartoons!!

Bob Vincke

'Ge zijt er door gebeten of ge zijt er niet door gebeten...'

In de nabijheid van het circuit van Zolder woont de populaire Vlaamse cartoonist Bob Vincke. Bijna twintig jaar lang is hij al gegrepen door de cartoonbacterie, die hij behalve over het Vlaamse land, óók over de grenzen wist te verspreiden. Teruggetrokken in de bossen van Heusden-Zolder leeft en werkt deze grote promotor van de cartoon, altijd bereid een 'kartoenale' te organiseren of een 'tekeningske' te leveren. Als nationaal voorzitter/stichter van de Vlaamse kartoenistenvereniging Kever èn bestuurslid van de Feco (Federation of European Cartoonists Organisation), ijvert Bob al jaren voor de herwaardering van de cartoon. Als deelnemer en prijswinnaar aan talloze internationale cartoonevenementen is zijn naam uitgegroeid tot een begrip. Bob Vincke betekent: cartoons!

Kan iemand kritiek hebben op iemand anders' gevoel voor humor? Bob Vincke: Ik denk als ge bepaalde tekeningen ziet, 'n bepaalde reeks tekeningen, dan kun je zeggen: die cartoonist denkt in die richting, hetzij politiek of humoristisch... Tja als gij u gaat inmengen in zijn persoonlijke wereld, dan wordt dat een probleem, maar wie moet kritiek leveren op wie? Als dat in tegenstrijd komt met uw gevoel, kunt ge daar wel op reageren denk ik. Kun je wel kritiek uitoefenen op een bepaalde stijl? Ja op 'n stijl wèl, ge kunt zeggen: die mens moet zijn stijl nog verbeteren, want dat ziet er nog jong uit, daar zit gene schwung in, daar zijn veel te veel details aan zijn werk, hij moet meer overbodigheid weglaten en waarschijnlijk is dat ook zo met zijn gedachten. Hoe meer ge evolueert, hoe beter kunt ge de essentie van uw gedachten weergeven. De breed uitgewerkte cartoon? Alhoewel dat ge ook het tegenovergestelde ziet, sommige hebben een heel tafereel nodig en die bouwen dat helemaal uit en dat is mooi ook hè, om één idee weer te geven. Anderen doen dat onmiddellijk met een paar lijntjes. Wat is dan de essentie van een cartoon? Ge moet onmiddellijk kunnen snappen wat het is en waarover het gaat. Sommige zeggen: de intellectuele cartoon, maar da's niks als ge moet gaan zitten uitleggen. Ge moet het onmiddellijk snappen, zelfs de leek moet dadelijk zien waar het over gaat. Is het maken van cartoons een combinatie van zelfdiscipline en waanzin? Ja, ge moet verslaafd zijn. Ik denk dat iedereen die iets in zijn hobby wil bereiken maniak moet zijn. Vind je cartoons tekenen een hobby? Ge kunt dat niet vergelijken met zo ene die uit luciferkes een kasteel gaat bouwen. Het is geen hobby meer, ge kunt zeggen het is bijna een bij-beroep. Het is net zoals met de mensen die de strips maken, eerst en vooral dient ge een harde zakenman te zijn, tegenwoordig wordt er zoveel gepubliceerd, ze moeten hun zaken verkopen en zo is dat met de cartoons ook, het is een keiharde wereld. Ge bouwt dat altijd geleidelijk uit. Waarom? Om er iets mee te verdienen, om er succes mee te hebben. Dat is natuurlijk ook een vorm van bevrediging en ge hebt dat ook nodig om verder te gaan. Al die jaren dat ge daaraan gewerkt hebt...ik wil niet alleen, dat de mensen dat goed vinden, maar óók dat dat gehonoreerd wordt. Respect. Hoe ben je er toe gekomen om cartoons te gaan maken? Een vriend van me tekende cartoons. Ik wilde dat ook wel eens proberen. Geleidelijk aan... bij het leger was ik op de administratie, dan weet ge van tijd niet wat ge met uwen tijd moet doen hè, toen ben ik maar mopkens gaan tekenen en ik verkocht die dan en die hadden succes. En dan stillekens aan begonnen met wedstrijden. Knokke-Heist? Toen ik den eerste keer meegedaan had aan Knokke-Heist, dat was in '68, ik was pas getrouwd met Mireille. Ik had daar dagen en dagen aan gewerkt, dat waren juweeltjes en er was geen één van de drie geselecteerd. Dat was natuurlijk een grote ontgoocheling. Dan nog 'ns meegedaan en toen had ik den eerste prijs in Lier, 'n kartoenale in de Antwerpse Kempen, met Gaston Durnez en de zoon van Felix Timmermans in de jury. In Knokke heb ik moeten wachten tot '77, het begin was echt vallen en opstaan. Ik ben toen een paar jaar gestopt om mijn eigen huis te bouwen, maakte geen of weinig cartoons en men begon me te negeren, ik voelde me op mijn tenen getrapt. Karel de Decker schreef over cartoons, maar deed net of ik niet meer bestond. Uiteindelijk was dat voor mij de beste stimulans en heb ik veel aan hem te danken. Toen volgden de successen? Berlingen, Merchtem en andere festivals. Ik won voor bekende namen hier in België, vóór Gal bij voorbeeld. De ene keer dat ge gebeten zijt door het succes, dat is iets dat u stimuleert... Hoe ben je op het idee gekomen om een cartoonistenvereniging in België op te richten? Rond '72 was er in Antwerpen tezamen met Herman Somers al sprake van. Ja en dat is toen niet doorgegaan. Jaren later was er een kartoenale in Hasselt en verschillende mensen zeiden: we weten toch nooit van niks, we zouden een vereniging moeten oprichten. Daar was toen Dré Mathijs bij en Pol Marlens. Ik heb Tony Houbrechts aangezocht en toen zijn we samen gekomen. Pas in '80 zijn we echt begonnen, allereerst met nieuw leven inblazen van de oudste kartoenale in België, Beringen. Ge kon dat niet meer vergelijken met hoe Beringen vroeger was, dat was allemaal op vrije basis en nu kwam het echt van de cartoonisten. Men aanvaardde jou onmiddellijk als leider? Ik weet niet welke gave ik speciaal heb, maar ik heb dat ook al vroeger gezien... ze vonden dat leuk omdat ìk dat deed. Als ik 'n keer 'n fluitje in mijn mond had, iedereen had dan 'n fluitje. Ik heb mij dat ook dikwijls afgevraagd, hoe komt dat nu feitelijk! Ik weet dat ook niet van m'n eigen, ik moet zo iets hebben dat iemand anders prikkelt. Niet dat ik daar 'n dikke nek van krijg, daar gaat 't niet van hè. Ik vind het wel een fijne gedachte dat het hele cartoongebeuren zich uitbreidt, het is niet meer te stoppen. Ik denk ook dat we op het juiste moment begonnen zijn, als het daarvóór was, was 't misschien niet gelukt. Ik zeg altijd ge zijt er door gebeten of ge zijt er niet door gebeten. Want als ge in de cartoonban komt, ge raakt er niet meer uit. Wie zijn de echte groten? Als het grote publiek ze leest worden het vaak grote cartoonisten genoemd. Soms is het ook vriendjespolitiek. Een bepaald publiek leest Humo. Ze zien alleen maar die ene cartoonist die daarvoor tekent en die kennen ze. Men kan niet vergelijken. Wat mij wel opvalt is dat er nog weinig jonge cartoonisten zijn, het is nog altijd de oude garde die het doet in de bekende bladen. De jonge haken ook vaak te snel af. Als er een cartoonist bij een blad is, blijft hij daar vaak en komt er niemand meer binnen, het is vaak werken met de ellebogen. Ik raad ook altijd de jonge cartoonisten aan: doe mee aan de wedstrijden, ge hebt een kans, ge zijt altijd bezig, ge kunt uw stijl verbeteren. In Nederland wordt een vrij scherpe scheidingslijn getrokken tussen politieke cartoonisten én 'gewone' cartoonisten. Ik weet niet of die er wel zou moeten zijn, die scheiding... Als ge alléén politieke cartoons tekent is dat misschien wel een ander vak! Een politieke cartoonist is waarschijnlijk beperkter, die werkt bijvoorbeeld voor een links blad en zal alles wat rechts is afbreken en omgekeerd is dat vaak ook zo. Wanneer teken jij bij voorkeur? 's Morgens, 's middags... ? Als ik kan de ganse dag, zeker wanneer er dringende opdrachten zijn. Meestal 's avonds en ook tijdens mijn lessen op school, het stimuleert de leerlingen. Echt cartoons tekenen kunnen kinderen niet, voor cartoons tekenen moet je een bepaalde kronkel hebben en een rijpheid om dat te kunnen, dat kan niet op vijftienjarige leeftijd. Je moet een visie op het leven hebben. Het is gelijk wijn, hoe langer dat ie ligt hoe beter dat ie wordt, hoe ouder hoe beter, dat is bij cartoonisten ook zo. Wat is het effect van al die cartoonfestivals? Het is een tijdelijke bloei. Vroeger sprak men van de gouden eeuw, het is de gouden tijd voor de kartoenales; binnen een jaar of vier, vijf is dat gedaan. De cartoonisten zoeken zelf op het gegeven moment wel de besten uit; Knokke, Beringen en Amstelveen zullen altijd wel blijven, maar de kleintjes verdwijnen langzamerhand, mits de prijzen en de organisatie goed zijn. De verenigingen die goed gestructureerd zijn zullen blijven bestaan, de oude garde zal op den duur aangevuld worden. Belgische cartoonisten winnen véél prijzen, zijn ze beter dan de Nederlanders? Dat kunt ge niet zo zwart-op-wit zeggen... Er is wèl een verschil tussen de weergave van de humor en misschien ook het gevoel. We staan onder andere invloeden en hebben ook onder andere invloeden gestaan, vandaar ook onze gedachtegang, maar wij zijn beter... dat betwijfel ik, dat moet nog bewezen worden. Wij Vlamingen zijn minder chauvinistisch. De Hollanders lachen sneller dan wij, zoals wij zeggen: 'Den Hollander lacht al met 'n scheet!' Het aanbod van talent is groot in België, ik zeg altijd: 'Wij Vlamingen zijn de beste!' Zijn er thema's die jou na aan het hart liggen, waar je graag over tekent? Ja, over de natuur... Ze mogen met alle andere onderwerpen komen... Ik ben tamelijk goed gedocumenteerd. Mijn vader was schoolhoofd in Wissenake en die had van die grote margarinedozen met knipsels over allerlei onderwerpen, die las ik allemaal, de omstandigheden hebben meegewerkt... Een goed cartoonist hoort voor àlles belangstelling te hebben, zowel wat er op grafisch gebied als op cultureel-maatschappelijk gebied gebeurt. Probeer je een boodschap te brengen door middel van je cartoons en je humor? Ja absoluut! Als ik zie dat er in een streek waar weinig vossen zijn een vos met zeven jongen wordt doodgeschoten, dan staan de Vinckes in vuur en vlam en dan reageer ik met een tekening, maar soms kunnen èn durven ze dat niet publiceren, omdat die en die organisatie, de jagersvereniging bij voorbeeld daar aanstoot aan neemt. Ze zeggen wel: ge hebt gelijk maar we kunnen dat niet publiceren... Ik breng boodschappen en ik vind dat fijn dat uw persoonlijke ideeën over gans Vlaanderen en zelfs in Canada worden verspreid, dat is heel belangrijk. Als enige Vlaming sta je samen met onze landgenoot Frits Behrendt en andere internationaal bekende cartoonisten in Views of the World... Als voorzitter heb ik altijd geijverd voor een nationale vereniging, zelfs liefst Europees of wereldwijd, je leert veel mensen kennen en andere visies, soms is het wel iets teveel, maar ik heb er geen spijt van. Het gevolg van Beringen en Knokke-Heist was Amstelveen en volgend jaar wellicht Birmingham. (Eerste Brits Cartoon-festival. PN) Schud je de cartoons uit je mouw? Er zijn momenten dat het wel helemaal niet gaat, dan moet ik mijn documentatie raadplegen, bekijk ook andere cartoons en in één keer schiet me dan iets te binnen, dan denk ik; dat is het! En dan maak ik er zo'n stuk of vijf achter elkaar, maar daarvoor hebt ge misschien uren en uren staan te zwoegen en te zweten, dat de inspiratie niet kwam. Dat gebeurt wel. Soms zijn er van die dagen dat alles gaat. Dan sta ik van tijd zelf stom van m'n eigen. Soms komt er niks, blijft het leeg. Is een cartoonkunst wel 'n grote of 'n kleine k, is het 'n soort volkskunst? Is het vermaak, journalistiek, vulling? Volgens mij is het kunst; iemand die vaardig is, is een kunstig mens. Het is ook een journalistiek middel; als het mooi gepresenteerd is èn een boodschap in zich heeft, iets dat ge kunt ophangen, is het veel meer waard dan een tekening of schilderijtje van een landschap waar niets in gebeurt. Als het gebonden is aan een bepaalde situatie voor dat ogenblik, vaak bij de politieke cartoon, heeft het weer een andere functie... Als het artistiek niet goed is, komt de twijfel, dan laat ik het aan mijn vrouw en soms ook aan mijn dochter zien, soms keuren die het genadeloos af, dat is prima, dan begin ik opnieuw, als zij het niet 'verstaan' dan zal het grote publiek er ook moeite mee hebben! Herhaal je wel eens je eigen cartoons? Wij cartoonisten krijgen eigenlijk, zeker in België, te weinig betaald voor onze tekening. Je moet dus trachten uit één idee zo veel mogelijk te kunnen halen, als je je tekening tien keer zou kunnen verkopen, mij goed! Als iemand een schilderij verkoopt, die vraagt in één keer zoveel en die is vergoed, maar wij worden niet vergoed voor het aantal ideeën... Een cartoonist is dus een ideeënverkoper, letterlijk en figuurlijk? Degene die zegt dat hij dat uit idealisme doet, dat is 'n leugenaar. Iemand die dat gewoon voor de lol doet die blijft dat niet volhouden... Een cartoon is géén getekende mop, het is een synthese van vaak verschillende gedachten, het is heel moeilijk om die zodanig te reduceren, dat ge met één cartoon alles kunt zeggen, dat is verdomd moeilijk. Hoe je de ideeën vindt en die allemaal tot één kunt brengen is waarschijnlijk een gave. Heeft iemand die cartoons niet snapt wel voldoende gevoel voor humor? Een cartoon moet je niet uit hoeven leggen, er is iets fout met de kijker òf met de cartoonist, maar ge kunt misschien een boodschap brengen waar iemand anders geen boodschap aan heeft... Cartoons is maar een beperkt publiek, de liefhebbers moeten toch wel iets weten over de wereld en wat er in gebeurt, anders verstaan ze er geen snars van. Bepaalde cartoons met platte humor worden natuurlijk ook door de massa begrepen. In het algemeen zijn die met een boodschap voor een beperkt publiek.
door Peter Nieuwendijk
Stripschrift 193/194
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Privacy en voorwaarden Accepteer Weiger