Fred
'Bij mij heerst de totale fantasie'
Wie kent de striptekenaar Fred nog? In Frankrijk is hij een grootheid die met alle egards wordt behandeld. In Nederland kent vrijwel niemand hem meer, een enkele Pep-lezer van vroeger daargelaten. Spijtig, want als er iemand in de stripwereld kan verbeelden hoe melancholiek de maan kan zijn, dan is dat Fred wel.
TV Toys Museum
De Wilhelminastraat in Dieren (Gelderland) dient zo spoedig mogelijk omgedoopt te worden in Memory Lane. Want zodra de verwachtingsvolle bezoeker het pand van het museum TV Toys op nummer 21 binnenstapt boekt hij/zij eigenlijk niet meer of minder dan een trip down Memory Lane.
R. Crumb
Van 'geek' tot stercartoonist
Stevig gebouwde vrouwen, LSD, oude volksmuziek, zichzelf en frustraties. Het zijn de stokpaardjes van de Amerikaan Robert Crumb (1943) die ondanks zijn maatschappelijk aanzien nog steeds het label underground-tekenaar mag dragen. Dat zijn oeuvre eind jaren '90 salonfähig is geworden blijkt eens en te meer als in het najaar van 1997 uitgeverij Little, Brown and Company een luxe kloek boekwerk uitbrengt met de titel The R. Crumb Coffee Table Art Book. Het heeft ongeveer het formaat van een grammofoonplaat, telt 256 pagina's, weegt een slordige twee kilo en bevat hoofdzakelijk oud werk. Een reuzenbonbon voor de bibliofiel - dat zonder meer - maar kan de modale Crumbliefhebber er met even volle teugen van genieten?
Fokke & Sukke zijn niet geboren, maar ontdekt
Een kleine negenhonderd stuks gingen er al van Fokke & Sukke hebben altijd wat over de toonbank. Niet echt een bestseller, maar, zo verzekeren de drie geestelijke vaders van deze 'dissidenten uit de stal van Disney': 'Pas op, want Fokke & Sukke worden een hype.' En dat zou best wel eens kunnen, nu de kanarie en de eend na Propria Cures, Poesjkin Wat, Onze Taal, Ad Valvas en nog wat bladen ook door Zone 5300 zijn geadopteerd. En er komt nog veel meer aan: een tweede boekje, een tekenfilm en misschien zelfs de stap naar het buitenland. Hoogste tijd voor een gesprekje met het drietal achter het meligste tweetal in de strip sinds jaren.
De valse vriend van Jos? Alberto Lovetro
Maar al te vaak wordt het verschijnen in 1896 van het Amerikaanse Yellow Kid gezien als de geboorte van de moderne strip. Ten onrechte, vinden veel Brazilianen, want al in 1869 publiceerde de Italiaanse Braziliaan Angelo Agostini de krantenstrip Nhô Quim. Ondanks deze pioniersrol is momenteel In Europa niet zo bar veel bekend over de Braziliaanse histórias em quadrinhos oftewel 'verhalen in kaders'. Toch is er sprake van een bloeiende nationale stripindustrie, zegt José Alberto Lovetro, auteur van de succesvolle strip `O amigo da onça.
Altijd over de grens
Willem
Januari 1997. Het stripfestival in Angoulême. Het zijn drukke dagen voor Bernard Willem Holtrop. 'Hier kan ik buitenlandse collega's als Art Spiegelman en Joost Swarte ontmoeten,' zegt hij. De tekenaar die bekend is onder de naam Willem rent van stand naar stand. Bij de kleine uitgevers en de small press-afdeling vindt hij de strips die hem interesseren. Hij heeft zitting in de jury die bepaalt wat het afgelopen jaar het beste fanzine was. Soms is hij in gesprek, soms signeert hij en af en toe bekijkt hij aandachtig een stripboek dat hij nog niet kent.
De in Ermelo geboren striptekenaar en cartoonist lacht veel en praat weinig. Als hij op ons verzoek bij de stand van Stripschrift komt voor een interview, vraagt hij al snel om een blikje Heineken. Er zijn dingen die zelfs na dertig jaar wonen in Frankrijk niet veranderen.
Lian Ong
Horizon
Lian Ong vertelt in Horizon een oorspronkelijk scheppingsverhaal, over het ontstaan en de ondergang van een volk. Het verhaal is fictief, tijdloos en voltrekt zich in een desolaat landschap. Het zou in de oertijd kunnen spelen, maar kan evengoed de sage zijn van een groep overlevenden na een nucleaire catastrofe. De nomaden zijn fantasiefiguren, mengvormen van Mongolen en oermensen, de natuur is evenmin natuurgetrouw. De horizon waarnaar de nomaden verlangen is heel bijzonder, want krom. Elk landschap heeft een eigen overheersende, vaak dreigende kleur. Wanneer de wanhoop groot is, komt er ooit een eind aan de barre winter, is er ineens een licht gekleurde, hoopvolle lucht. Lian Ong speelt met kleur en perspectief en doet dat op manier die fascineert. Via beeldwisselingen op de pagina ontstaat het geheel. Het verhaal ontrolt zich als in een film, de plaatjes zijn de filmshots, ze krijgen hun betekenis door de compositie.
'Het leven is geen feest, meneer'
Marc Sleen 'viert' vijftig jaar Nero
Later zullen ze zich afvragen hoe het komt dat België, een theedoek groot, toch zoveel groten van de striptekenkunst heeft voortgebracht. Er zullen hypothesen komen, studies verschijnen. Een beetje à la recherche du temps perdu. Die nostalgie naar the golden age of the Belgian comic begint zich nu al te manifesteren. Vooral de overheid doet gulzig mee. Er gaat geen wereldtentoonstelling voorbij of ze worden weer uit de kast gehaald, de haast genationaliseerde iconen van het beeldverhaal. Of loop eens in toeristisch Brussel rond. Wie ziet u meer? Manneke Pis of Kuifje? En dat allemaal wegens een tiental inderdaad uitzonderlijke talenten, een tiental giganten. Heren waarop we stilaan heel zuinig moeten zijn: alleen Morris van Lucky Luke en de enige, onnavolgbare Marc Sleen leven nog.
Dirk Stallaert
De opvolger
Nero herleeft sinds 1992, dat is zonneklaar. Een Vlaamse dagbladstrip, vijftig jaar oud, en, meer dan ooit, op eenzame hoogte. Een frisse grafiek met zin voor grappige details, uitgewerkte decors, nog altijd die heerlijk aparte personages, prettige dialogen en lekkere holderdebolderverhalen met steevast een knipoog naar de wilde actualiteit. Wie doet beter?
De klokkenluiders van Burbank
Slechts één genre is en blijft altijd aanwezig in Hollywood: tekenfilm. Het verschijnsel is ondertussen wel meer dan een medium, het is een complete door marketingmensen geleide industrie geworden. De grote motor is The Walt Disney Company die de laatste jaren weer vele successen boekt. Om aan de grote vraag naar tekenfilms te voldoen, opereert Disney ook buiten de Verenigde Staten. Zo is ondermeer een tekenfilmstudio in Parijs geopend. Daar helpt men momenteel mee aan de film Tarzan, die in 1999 op het witte doek te zien zal zijn.
Disney's mythische spierbundel is geen kassakraker
Na twaalf mythische taken met succes voltooid te hebben, blijkt de 13e en belangrijkste taak voor Disney's 35e tekenfilmheld Hercules een onmogelijke opgave: het scoren aan de kassa. Tekenfilmmakers, aandeelhouders, beursanalisten en speelgoedfabrikanten vragen zich vertwijfeld af waar de magie van het Disney-koninkrijk gebleven is. De laatste acht jaar veranderde alles waar het label 'Disney' aan hing in puur goud, met als hoogtepunt The Lion King die in de top tien van de meest succesvolle films terechtkwam. Maar het tij lijkt gekeerd: Disney's feel good-musicalformule trekt minder mensen naar de bioscoop, en kinderen van tien jaar (grotendeels de doelgroep) gingen afgelopen zomer liever naar Batman & Robin en Men in Black.
Emmanuel Guibert wil 'love stories' maken
Een meesterwerk verpakt als moppenboekje. Verstopt in de nieuwe humor-collectie Vrolijke vlucht van uitgeverij Dupuis loopt het album De dochter van de professor mogelijk de aandacht en erkenning mis die het verdient. Deze in de Victoriaanse tijd gesitueerde romantische komedie komt voort uit de breinen van twee relatief jonge Parijzenaars. Tekenaar Emmanuel Guibert was aanwezig tijdens de Bredase Stripdagen en brak een lans voor de romantiek. 'Humor wordt alleen opgepikt als je het koppelt aan de zware thema's van het leven.'
Over de grens
De strip heeft raakvlakken met vele andere media, die elkaar wederzijds kunnen beïnvloeden: stripachtige films bestaan naast filmische strips; stripmakers laten zich door beeldende kunst inspireren, kunstenaars door strips. Nog nauwer met de strip verwant zijn de tekenfilm, de cartoon en de illustratie. De verwantschap met een ander medium kan zo groot zijn dat er een schemerzone ontstaat. Is een album van bij voorbeeld Dave McKean een strip of een kunstwerk, of allebei, of geen van beide? Als inleiding van dit nummer over de betrekkingen tussen strips en jeugdliteratuur een kort overzicht, waarin we proberen het overgangsgebied in kaart te brengen.
Th? Tjong-Khing
De schouders van Joan D. Fontaine
De omslagen en/of illustraties van dik 200 boeken (waaronder 24 titels van Dolf Verroen, 23 van Miep Diekmann, 12 van Els Pelgrom, 10 van Tim Maran, 8 van Simone Schell), 13 stripalbums en stripverhalen (Marion (1957-1961, in boekvorm in 1963)), Student Tijloos (1960 (1985)), Arendsoog (1967-1968), Iris (1968), Arman en Ilva (1969-1975 (1977-1979)), Rebbe (1972), De twee van Oldenhoek (1975-1976), Storende verhalen (1975 (1979)), schier ontelbare bijdragen in verzamelbundels (de Winterboeken van de Geïllustreerde Pers, bij voorbeeld) en tijdschriften (De Spiegel, Margriet, Kris-Kras, Pep, Donald Duck, VN's Blauw Geruite Kiel, Bobo, Taptoe, Okki, Ezelsoor) en illustraties in talloze leermiddelen: Thé Tjong-Khing, geboren in 1933 in Puworedjo op Midden Java, is een productief mens.
De ge?llustreerde verhalen uit Donald Duck
Vlucht door het oerwoud, Marijn bij de Lorredraaiers, De naamloze vallei... Menige veertiger hoeft de ogen maar te sluiten om de indrukwekkende illustraties die Hans G. Kresse in Donald Duck maakte bij deze verhalen van respectievelijk C. Butner (1962), Miep Diekmann (1963) en Tim Maran (1964) voor zich te zien. Ze vormen, misschien nog wel meer dan de verhalen zelf, een dierbare herinnering.
Kresse was en is niet de enige. Heel wat vaderlandse en enkele buitenlandse illustratoren hebben in de afgelopen vijfenveertig jaar voor Donald Duck gewerkt. Vrijwel vanaf het eerste begin en zo goed als ononderbroken tot aan 1993 bevatte elk nummer zo'n geïllustreerd 'tekstverhaal'. Sinds enkele jaren heeft Donald Duck het beleid gewijzigd: in de laatste vier jaargangen zit nog maar in ongeveer twintig van de tweeënvijftig nummers een tekstverhaal. Thom Roep, al zo'n vierentwintig jaar redacteur van Donald Duck en de laatste dertien jaar hoofdredacteur, vertelt over geschiedenis, uitgangspunten en beleid.