'Saaie strips zijn verschrikkelijk'
Fred de Heij
Hij is gek op tekenen en heeft een immense hekel aan saaiheid. Vandaar dat Fred de Heij (1960) illustreert èn stripverhalen maakt. Beide over tal van onderwerpen. Van Bolke de beer tot plattegronden en van strips voor Tina tot piratenstrips. En alles wat hij niet voor werkgevers kan vervaardigen, maakt hij voor zichzelf. Zo is zijn tijdschrift Filo ontstaan waarin ruimte is voor zwarte humor, geweld en seks. Een gesprek met een illustrerend striptekenaar. Of is het nu een striptekenend illustrator?
'Het scheve kind' versus 'Het scheve meisje'
Al vijftien jaar staan François Schuiten en Benoît Peeters bekend als auteurs van de stripserie De duistere steden. Eén van hun meest fascinerende projecten bestaat uit het in 1995 verschenen kinderboek Het scheve meisje en het in 1996 uitgegeven stripalbum Het scheve kind.
Als ergens blijkt hoeveel verschil er tussen een kinderboek en een volwassen stripalbum kan bestaan dan is het wel in het project rond Het scheve kind/meisje. Hoewel het in grote lijnen om dezelfde verhalen gaat, lijken ze wel door verschillende auteurs gemaakt te zijn. De strip en het kinderboek verschillen verteltechnisch, grafisch en contextueel hemelsbreed van elkaar. Een vergelijking.
Anton Quintana
'Ik leerde schrijven in het cachot'
Een moeilijke jeugd is vaak een goudmijn voor een schrijver. Neem nu Anton Quintana. Hij werd in 1933 geboren en toen hij in zijn tienerjaren was, verliet zijn vader het gezin en niet lang daarna stierf zijn moeder. Samen met zijn broer André belandde hij in een weeshuis. Op zijn zeventiende had hij het daar wel gezien en trok de wijde wereld in. In totaal bleef hij vijf jaar weg uit Nederland en zwierf door Europa. Zijn bezoek aan het Spanje van Franco zou van doorslaggevend belang zijn in zijn leven: hij werd door de guardia civil opgepakt en wegens landloperij in het cachot geslingerd...
Annet Kossen
Striplezers kennen Annet Kossen door haar Egel en Muis-albums. In de jeugdliteratuur zorgde Alfred J. Kwak voor naambekendheid. Toch krijgt ze weinig aandacht binnen beide specialismen. Het portret van een laatbloeister, illustrator in hart en nieren en verhalenvertelster.
De vader van de vader van Kiekeboe was Nederlander
Kiekeboe 20 jaar
Wat maakt een strip goed? Is het zijn rechtlijnig verhaal, zijn duidelijke, leesbare tekeningen, de spanning en de humor, of moet een lezer vooral zichzelf en zijn omgeving herkennen in een album?
Waarom loopt een strip meer dan 20 jaar in de grootste krant van België? En wat is de reden dat een reeks ieder jaar goed is voor een miljoen albums?
Vragen die geen enkele Vlaming zich stelt want de reeks Kiekeboe van Merho (pseudoniem van Robert Merhottein) is in het Nederlandssprekende deel van België net zo ingeburgerd als Suske en Wiske. Eén vraag dringt zich echter wel op: Waarom krijgt Kiekeboe dan geen poot aan de grond in Nederland? Als het niet aan de kwaliteit van deze familiestrip ligt, heeft het dan iets te maken met de Nederlanders zelf?
'Dat Cartoondam, dat wordt helemaal niets!
'Het leukste en spannendste dat ik ooit gedaan heb', beweert Han Peekel. Maar anderen denken er anders over. 'Het meest bizarre verhaal dat ik in mijn leven heb meegemaakt', aldus Peter de Smet. En Daan Jippes: 'Ach, die Peekel leeft in zijn eigen wereld'. Welkom in het bruisende leven van Cartoondam, een stripstad in oprichting. Of een enorm zandkasteel?
De Franse 17e eeuw in strip verbeeld
De sage van Roodmasker
Historische strips zijn in ons land lang niet zo populair als in Frankrijk. Daar is zelfs een heel tijdschrift gewijd aan dit fenomeen, namelijk Vécu van uitgeverij Glénat. Een veelschrijver op dit terrein is Patrick Cothias. Hij heeft rond het personage Roodmasker een ingewikkeld web van stripseries geweven waarin fictie en geschiedenis door elkaar lopen.
De stand van zaken
Standaard Uitgeverij
'In het begin toen we met Urbanus en Willy Linthout praatten over de overgang van hun strip van Loempia naar ons, was er bij hen toch enige vrees om onder het label Standaard terecht te komen. Ik denk dat het beeld dat men van Standaard Uitgeverij heeft, nog altijd sterk gekleurd is door de jaren vijftig en zestig. Ik zei nog: 'Jullie zijn natuurlijk bang dat er op de vergaderingen één of andere pater zal verschijnen'. De Standaard-krantengroep geldt hier in Vlaanderen als vrij traditioneel en dat imago straalt ook op Standaard Strips af, hoewel we een totaal ander bedrijf zijn. Het concern waartoe wij behoren, geeft ook Connie Palmen en Adriaan van Dis uit, Herman Brusselmans en Torn Lanoye.' Aan het woord is Dirk Willemse, ooit begonnen met volgens eigen zeggen 'het in elkaar knutselen van fanzinetjes'.
Het moeizame proces rond een heruitgave
Bernie Wrightsons Freak Show
Naar het zich laat aanzien komt in oktober Bernie Wrightson - Master of Horror - naar Nederland. Aanleiding is de albumuitgave van Freak Show. Opmerkelijk genoeg verschijnt dit Engelstalige album niet in Amerika, maar in Nederland, bij de kleine uitgeverij Houthaven Productions. Aan fanuitgever Rob van Bavel de vraag hoe deze opmerkelijke uitgave tot stand kwam.
Het versnipperde universum van een veelzijdig kunstenaar
Berend J. Vonk
Het werk van Berend J. Vonk (1962) valt op. In Zone 5300 neemt het een opvallende plaats in tussen de andere strips door de heldere verhaalstructuren en de intensiteit van de emoties. Bovendien hanteert Vonk een uiterst functionele tekenstijl die spontaan oogt en bijzonder goed aansluit bij de emoties en de karakters uit de verhalen. Zelfs de cartoons die Vonk maakt voor Trouw hebben een heftige maar desondanks geloofwaardige uitstraling die veel striptekenaars niet weten te bereiken. De hoogste tijd dus om Vonk op te zoeken.
Wat is er nou zo leuk aan Spider-man?
Spider-man is een creatie van schrijver Stan Lee en tekenaar Steve Ditko en verscheen voor het eerst in de Amerikaanse comic Amazing Fantasy 15, uitgegeven in augustus 1962. Het succes kwam razendsnel en de nieuwe held kreeg onmiddellijk zijn eigen maandelijkse serie met de titel The Amazing Spider-man. Inmiddels zijn van deze serie meer dan 400 delen verschenen.
En daar is het niet bij gebleven; in de loop der jaren zijn er drie vaste maandelijkse series bijgekomen, alsmede vele specials, limited series, graphic novels, team ups en reclame-uitgaven. De meest fanatieke fans hebben zo'n slordige duizend titels in de kast staan. In Amerika was Spider-man lange tijd de best verkochte superheld, populairder dan Superman en Batman, totdat de mutante X-mannen en Spawn hem - in ieder geval qua verkoopcijfers - voorbijstreefden. Misschien spreken de Spider-man-verhalen wel zo tot de verbeelding omdat ze een perfecte balans laten zien tussen de superheld en de mens achter de superheld. De analyse op de komende pagina's wijst in ieder geval op verklaring van Spider-mans succes.
De eenzaamheid van de lange-afstandsloper
Stan Lee
Stanley Martin Lieber (1922) begon op z'n 15e te werken als boodschappenjongen. Stan rende de andere bezorgers voorbij en kreeg de meeste fooien. Volgens hemzelf is hij daarna nooit meer gestopt met rennen...
Contouren stripmuseum worden zichtbaar
Met enige vertraging krijgt Groningen dan toch haar stripmuseum. In 2000 moet er een speciaal ontworpen pand worden geopend aan de Westerhaven, naar een concept van de Belgische striptekenaar François Schuiten. Schuitens ideeën kregen de voorkeur boven de inzendingen van elf andere bekende stripmakers. Alle bijdragen werden in Groningen geëxposeerd onder de titel Gebouwd in verbeelding.
Zip-a-Dee-Doo-Dah
'Song of the South' zwart/wit-controverse in Technicolor
Vorige maand verscheen Song of the South op video. Die film is het ultieme samengaan van 'Disney Magic & Tragic'. Achter een decor van Technicolor grenst Disney's wonderbaarlijke tekenfilmwereld aan die van een aan overdosis drugs overleden hoofdrolspeler, Disney's oogappel Bobby Driscoll. Ook de 'werkster' in de vroege Tom & Jerry-films levert aan deze Disney-rolprent een bescheiden bijdrage.
Asterix en de geschiedenis
Strips versus literatuur, de vooroordelen
Kortgeleden verscheen bij uitgeverij Bert Bakker het zeer informatieve boek Asterix en de waarheid van de historicus René van Royen en classica Sunnyva van der Vegt. En om het verschijnen van dit boek niet op te merken heeft iemand wel heel erg z'n best moeten doen. Televisie, radio en de geschreven media doken als haviken op het onderwerp en zorgden voor veel positieve aandacht voor de strip.
In dit artikel gaan de auteurs opnieuw in op Asterix, maar ook leggen zij haarfijn uit waarin de stripwereld volgens hen nu precies verschilt van de literaire-boekenwereld.