Broederlijke samenwerking
De redactie van deze Stripschrift-special legde me een aantal vragen voor met betrekking tot het in de bovenstaande titel aangegeven onderwerp. Ik wil die nogal uiteenlopende vragen graag behandelen in één aaneengesloten verslag - waarin ik ook ongevraagde mededelingen zal opnemen - om daarmee chronologie en samenhang tot hun recht te laten komen. Omtrent bijzonderheden van meer dan een halve eeuw geleden staat mij vaak geen andere informatiebron ter beschikking dan mijn eigen, wellicht feilbare, geheugen.
De tien beste Bommel-verhalen
Het Haagsch Bommelgenootschap is opgericht op 21 december 1983. Doel van het Genootschap is om Bommel-verhalen te bespreken, te analyseren en te becommentariëren, puur voor het leesplezier van de leden.
Nadat het Haagsch Bommelgenootschap een daartoe strekkend verzoek had gericht tot de heer Toonder, schreef deze op 24 maart 1993 onder meer: 'Ik begrijp dan ook dat ik in dit uur van bezinning gevolg moet geven aan de roepstem van het voltallige Genootschap, en dat ik, ondanks mijn bescheiden aard, mijn benoeming tot Beschermheer moet aanvaarden. Genootschap, ik sta achter u! Ge kunt op mijn bescherming rekenen.'
Seth Gaaikema: 'Verzamelen is zinnige onzin!'
De cabaretier, vertaler en tekstschrijver Seth Gaaikema heeft al vrijwel zijn hele leven 'iets' met Tom Poes en heer Bommel. De eerste ontmoeting was in 1947. 'In de familieboerderij van de Gaaikema's in Oldenhove las mijn tante Fie me voor uit Tom Poes en de rare uitvinding. Ik was een jongetje van acht jaar en terwijl ze voorlas keek ik naar buiten, naar het besneeuwde landschap. Buiten was het koud, binnen heerlijk warm. Ik zag in mijn verbeelding de mensen slaapwandelend in dezelfde richting door de sneeuw lopen, onder invloed van een man, die iedereen bespeelt.'
Marten Toonder Verzamelaarsclub
'Sinds 22 februari 1991 kent de Nederlandse stripwereld weer een nieuwe vereniging: de Marten Toonder Verzamelaarsclub. Onze jonge vereniging zoekt nog enthousiaste Toonderliefhebbers die lid willen worden.' In een grote oplage werden deze en andere oproepen vijf jaar geleden verspreid, en nu, bij het eerste lustrum, heeft de MTVC rond de 250 leden. Met een actief bestuur, dat vrijwel geheel nog van dezelfde samenstelling is.
Een uitgave van stand
In 1990 begonnen de medewerkers van uitgeverij Panda aan het monsterkarwei: de integrale uitgave van de honderdzevenenzeventig dagbladverhalen van Olivier B. Bommel en Tom Poes. Veertig boeken moeten het gaan worden. Stuk voor stuk met een omslag van kunstleder en een binnenwerk van fraai kunstdrukpapier. De teksten zijn geautoriseerd door Marten Toonder en de afbeeldingen zijn gereproduceerd van de originele tekeningen. En dat in een oplage van 2500 stuks. Tot nu toe is ieder kwartaal een deel uitgekomen. Zo komt het dat er inmiddels meer dan twintig delen af zijn. Het grootste gedeelte van het werk zit er dus op. Ook voor redacteur Jan Bruggeman. Met hem een gesprek over zijn werkwijze.
Frankeer met een heer: de eerste Nederlandse strippostzegels
Op 14 mei 1996 verscheen een blokje met twee Bommel-postzegels: één van 80 en één van 70 cent. Voor de zegels werd gebruik gemaakt van bestaande Bommel-plaatjes en wel uit de volgende verhalen: De zonnige kijk (8599, 1+2), De waarde-ring (7085, 1 + 7101, 3) en De andere wereld (0486, 2).
Index
Stripschrift jaargang 28
Overal waar twee getallen door een 'slash' worden gescheiden staat het eerste getal voor het nummer van Stripschrift binnen de 29e jaargang en het tweede voor de pagina in dat nummer waarop het artikel/de recensie een aanvang neemt. Diverse rubrieken - zoals 'Actualiteiten', 'En verder...' en 'Stars & Strips' - zijn niet in deze index opgenomen.
Gummetjes smijten met Gerrit de Jager
Iedereen is bekend met De familie Doorzon. Daarom wordt Gerrit de Jager er zo vaak naar gevraagd.
En daarom zal Stripschrift hem er niet naar vragen. Er zijn al genoeg artikelen en interviews gepubliceerd over karakters als John, Ronnie, Arie, Emiel en Doortje.
Wat volgt is een gesprek over media, motivatie en inspiratie, gehouden in het souterrain van De Jagers huis in Amsterdam. Want waar haalt De Jager al die afleveringen van Sneek, Roel en zijn beestenboel, Liefde en geluk en Eva en Adam toch vandaan? Uit welke koker komen de Bijenkorfbeer Bob, de tekeningen voor het veilig vrijen en de afleveringen van de Teleacserie Consument en milieu? Bij deze het antwoord op al die vragen.
Adolescentie is een hel
Charles Burns
Op het eerste gezicht zijn de creaties van Charles Burns klassieke horrorverhalen met alle denkbare clichés: waanzinnige geleerden, keiharde detectives en nieuwsgierige tieners. Maar zo klassiek zijn de verhalen niet, want in zijn in koele, heldere stijl getekende verhalen vertelt deze tekenaar vooral over angst voor eenzaamheid, trauma's uit kinderjaren en vrees voor seksuele gevoelens. De gruwel komt bij Burns dus niet van monsters, maar uit het binnenste van de personages zelf. En dat is juist het beangstigende van zijn strips. Burns verwerkt in zijn verhalen elementen uit de populaire cultuur die indruk op hem maakten toen hij een kind was: kauwgomplaatjes, pulpblaadjes en monsterfilms. Deze vermengt hij met persoonlijke indrukken. Zijn verhalen verschenen niet alleen in het respectabele blad Raw, maar ook in tijdschriften als Prime cuts, Death rattle en Heavy Metal. De afgelopen vijftien jaar tijd zijn er slechts een paar boeken met zijn werk gepubliceerd: Skindeep, Curse of the Moleman, Blood Club en Hardboiled Detective Stories.
Huib van Opstals Essay RG
Zelden werd het geduld van de Stripschrift-lezer zo op de proef gesteld als met de verschijning van een beschouwing van het alom als standaardwerk geprezen Essay RG. Terwijl uitgever Delange al een bundeltje had uitgegeven met de eerste reacties uit medialand, moest het stuk dat u nu leest nog geschreven worden. Met de oorzaak van deze vertraging zullen wij u niet lastig vallen, maar neem van ons aan dat de redactie niet blij was met de gang van zaken. Gelukkig volgt nu alsnog een beschouwing. Immers, om zo'n boek als Essay RG kun je gewoon niet heen.
Jan Kruis
Vorig jaar viel er heel wat te vieren in stripland. Het ene jubileum volgde het andere in rap tempo op. Eén van die jubilea was dat van Jan, Jans en de kinderen. Zij bestonden 25 jaar.
Jan Kruis - de tekenaar en schrijver van deze strip -werd op 8 juni 1933 in Rotterdam geboren. Al vanaf het moment dat hij een potlood vast kon houden, tekende hij. Hij maakte het bombardement mee op Rotterdam. 'Ik vond het fantastisch. Al die vliegtuigen, heel spannend allemaal. Ik merkte pas dat er iets ernstigs aan de hand was, toen ik door kreeg hoe gespannen en angstig mijn ouders waren.' Dat het een diepe indruk op hem gemaakt heeft blijkt uit de tekeningen die hij in de jaren daarna maakte. Steeds weer kwamen er vliegtuigen in voor.
Adler
Een prijswinnaar
Het kan raar lopen met prijstoekenningen. De eerste twee delen uit de reeks Adler van René Sterne werden bekroond met respectievelijk de Bulle d'Or en de persprijs in Angoulême. Daarna is de reeks alleen maar gegroeid in kwaliteit. Dan zou je dus verwachten dat nieuwe prijzen niet uit zouden blijven. Maar nee hoor. Deel drie en vier gingen praktisch geruisloos aan de diverse jury's voorbij. De vraag is wat er gaat gebeuren nu deel vijf is uitgekomen. De titel is Black Bounty. En het is wederom een juweeltje.
Het mysterie Andreas
Haast gelijktijdig verschenen eind vorig jaar twee nieuwe boeken van Andreas Martens (1951): De rode driehoek (Arboris) en De terugkeer van Cromwell Stone (Sherpa). Twee totaal verschillende albums, maar beide wel met typische 'Andreas-ingrediënten': grote mysteries, verwrongen werkelijkheden, bovennatuurlijke zaken en betekenisvolle vormen, kleuren en vlakken. Naar aanleiding van deze twee uitgaven spraken wij met de in Bretagne woonachtige Duitser. Andreas is echter geen spraakzaam type en laat weinig los over zijn drijfveren. Hij laat liever thuis achter zijn tekentafel zijn gedachten de vrije loop. Toch, als het gesprek een tijdje bezig is, komt Andreas op gang. 'Mensen denken vaak dat ik één of ander duister figuur ben die alles van occultisme weet. Maar ik sta heel gewoon met beide benen op de grond'.
Soeperman
Stripschrift presenteert een niet eerder gepubliceerd verhaal van Soeperman. Het is getiteld Soeperoerman en is de eerste in een serie over twee jongetjes, Willem en René genaamd (sic!), die door de tijd reizen en daar verschillende generaties van de Soeperman-familie ontmoeten. De strip verschijnt niet in Sjosji. Dat is te wijten aan de beëindiging van de samenwerking tussen het blad en de auteurs, scenarist Willem Ritstier en tekenaar René Uilenbroek.
Mr. Jesse van Muylwijck
Meester Jesse van Muylwijck maakt de humoristische dagbladstrip De rechter. Daarmee staat hij in twaalf Nederlandse kranten; niet één landelijk, allemaal regionaal. Zo komt het dat de ene Nederlander dagelijks in aanraking komt met de rechtbankhumor van Van Muylwijck en dat de andere er nog nooit iets van heeft gemerkt. Mocht u tot de laatste groep behoren: De rechter is een reeks humoristische strookjes over de belevenissen van een oude, bezadigde rechter, een ambitieuze advocaat, een strenge officier van justitie en een journaliste. En wilt u de strip eens leren kennen, dan kan dat: Van Muylwijck heeft nu in eigen beheer het eerste boek van De rechter uitgegeven. De titel is Verpletterend bewijs. Hieronder een kennismaking met de strip en zijn maker.