Kuifje en de valsemuntersbaas
Eén van de hardnekkigste misverstanden die er bestaat over de avonturen van Kuifje betreft wel de rol van Wronzoff in het album De zwarte rotsen. Hoewel vrij duidelijk wordt aangegeven dat hij de baas is van de valsemuntersbende in dit album zijn vele Kuifje-lezers kennelijk in de veronderstelling dat Müller de grote baas is.
Ook in het bij Casterman verschenen boek Van Abdallah tot Zorrino van Cyrille Mozgovine wordt deze misvatting geventileerd, reden om eens op deze kwestie in te gaan.
'Druk, druk, druk...'
Mark Retera
'Ik heb vandaag nog eens wat Stripschriften doorgekeken en zie eigenlijk alleen interviews met gerenommeerde striptekenaars...' is zijn reactie, als ik drie dagen later teruggebeld word naar aanleiding van een achtergelaten boodschap. Mark Retera (1964), bekend van de strip Dirkjan in Sjors en Sjimmie Stripblad en karikaturen in Panorama en De Gelderlander, is bescheiden, drukbezet en in het bezit van een gezonde, gortdroge humor die nogal eens relativerend werkt. 'Ik heb het nooit gepland, het is zo gegroeid... toen ik de sociale dienst opzegde wegens voldoende inkomen, kon ik mijzelf eigenlijk pas als striptekenaar beschouwen.'
De struikelblokken van Al Davison
Al Davison maakte grote indruk met zijn debuutalbum The Spiral Cage, dat vier jaar geleden verscheen. Het is een onverkapte autobiografie, waarin Davison vertelt hoe hij zijn handicap - hij werd geboren met spina bifida, een open rug - en de vooroordelen van zijn omgeving overwon. Het is een moedig en overrompelend boek, maar het riep onmiddellijk de vraag op of Davison als stripmaker meer in zijn mars zou hebben dan alleen dat ene, uitzonderlijke boek. In 1992 echter verscheen De minotaurus, waarin hij de Griekse mythe vervlecht met het verhaal van The Banshee, een mismaakte jongen die door skinheads in elkaar wordt geslagen en in het ziekenhuis beland. In zijn zoektocht naar waardering en geluk komt hij tenslotte terecht bij een vrouwelijke dokter, die in haar isolement vlucht omdat ze, net als hij, een lichamelijk gebrek heeft. Hun liefde en het kind dat ze samen krijgen, vormen het happy end dat Davison zijn personages en zijn lezers gunt. Davisons strijdbare instelling komt terug in de vorm die hij voor verhaal koos. Hij legt accenten in zijn verhaal door voortdurend van stijl te wisselen, soms meermaals op dezelfde pagina. Het is alsof hij voor de lezer struikelblokken opwerpt en probeert hem uit het lood te slaan. In die opzet slaagt hij, want De minotaurus is een album dat de lezer, zowel door vorm als inhoud, lang bezighoudt.
Hugo Pratt
Reistijden van de Droomexpress
Hugo Pratt, de koning van de avonturenstrips, bedenkt zijn verhalen altijd met een dialoog in zijn hoofd. Hem deert de angst voor inspiratiegebrek niet. Alleen tekenen telt, maar dan wel met de rijkdom van de verteller die een zweempje dromerigheid, een puntje exotische levenstaart probeert te presenteren. De tekenstijl van Pratt heeft de kwaliteit om aan zijn personages een hemelse standvastigheid te geven. En op aarde speelt alles zich af in het Paradijs, op dat fatale moment als de hoop vervliegt ooit nog de beloofde schat te vinden. Alles wordt dus een avontuur omwille van het avontuur. Mu, het nieuwste album van Corto Maltese, uitgegeven door Casterman, ontkomt niet aan dit patroon waar niet meer naar goud maar naar nieuwe werelden gedolven wordt.
The Good Artist Goes Dutch
Carl Barks
Carl Barks bezocht in juli de lage landen. Hoogtepunt was een bezoek aan de Donald Duck-redactie, alwaar Barks aan alle Duck-medewerkers werd voorgesteld. Hieronder een kort gesprek met , gevolgd door een foto-impressie van zijn bezoek.
De ridderromantiek leeft voort
Karel Biddeloo
De duistere middeleeuwen boden aan wijlen Willy Vandersteen voldoende inspiratie voor tal van avonturen. Zo kon je vijftig jaar terug reeds kennismaken met de voorlopers van De rode ridder: Lancelot en Ridder Gloriant. In 1959 verscheen in de krant De Standaard voor het eerst een zekere Johan, de rode ridder. De start was nauw verbonden met de jeugdschrijver Leopold Vermeiren. Die had de figuur van Johan bedacht voor het jeugdblad De Kleine Zondagsvriend. Vermeiren kwam in contact met Willy Vandersteen en deze zette enkele schetsen op papier. Verder schreef de man zelf de scenario's, want Vermeiren was ook inspecteur bij het basisonderwijs. En in die tijd waren strips en onderwijs niet de beste maatjes.
Een scenarist die ook tekent
Etienne Davodeau
Etienne Davodeau is bezig naam te maken in de stripwereld. Met De vrienden van Saltiel heeft hij een serie afgeleverd die opvalt door de evenwichtige scenario's en fraaie sfeerbeelden. Davodeau werd in 1965 geboren in de Franse streek Les Mauges in Anjou. Hoewel hij niet bepaald met strips werd grootgebracht raakt hij er al snel door gefascineerd. Tijdens zijn studie Beeldende Kunst in Rennes houdt hij zich, tegen de zin van zijn leraren, voornamelijk met strips bezig. Na het behalen van zijn diploma besluit hij het uitgestippelde carrièrepad te verlaten om zich volledig aan strips te gaan wijden.
Jacques Martin
De laatste der dinosaurussen
Als ik hem zeg, dat hij het laatste monument is van de stripgeschiedenis, grapt hij: 'Ik ben de laatste der dinosaurussen'. Jacques Martin (1921) werkte van 1953 tot 1971 voor de Studio Hergé, samen met zijn toenmalige assistenten Michel Demarets en Roger Leloup. Hij is de man achter de successeries Alex, Lefranc en Tristan en daarmee ook het schoolvoorbeeld van het klassieke stripverhaal. Sedert geruime tijd leeft hij in Zwitserland. Tijdens één van zijn korte bezoeken aan België zochten wij hem op in zijn riante landhuis nabij Brussel.
Beeldvorming in voetbalstrips
Op 17 juli aanstaande vindt de finale plaats van het WK-voetbal 1994 in de Verenigde Staten. Een volle maand voetbal is dan achter de rug. Bij de aanvang van dit toernooi bleek al dat de voetballerij steeds mondialer wordt: meer en meer landen brengen teams op de been die zich kunnen meten met de traditioneel sterkere nationale elftallen uit Europa en Zuid-Amerika. Dit mondiale aspect blijkt ook uit de nationale voetbalcompetities: iedere zichzelf respecterende club heeft op z'n minst een buitenlandse voetballer in dienst. Zo komt de laatste tijd een groeiend aantal voetballers uit de derde wereld naar de Europese voetbalcompetities. In Nederland zijn dat op dit moment vooral Ghanezen en Nigerianen. In voetbalstrips wordt snel ingesprongen op dit soort ontwikkelingen. Maar niet alle strips gaan daar even zorgvuldig mee om. Erik van der Hoeven behandelt in onderstaand artikel de beeldvorming in voetbalstrips.
'Ik ben de enige stripcriticus in Nederland'
Een gesprek over stripkritiek
In het openingsessay van zijn vorige Stripjaar deed Martijn Daalder een poging te omschrijven wat een strip is en waarin het medium zich onderscheidt van andere media. Hij stelt zich de vraag: wat zijn de sterke kanten van een strip? In het nieuwe Stripjaar ('93-'94) stelt hij zich deze vraag opnieuw, nu naar aanleiding van Understanding Comics, de strip over strips van Scott McCloud. Daalders onderzoek was de aanleiding om met hem te gaan praten. Maar ook met Erik Spaans, die niet alleen mederedacteur is van Martijn Daalders stripjaarboek, maar ook striprecensent voor NRC Handelsblad. Een gesprek over stripverhalen, striptheorie en stripkritiek.
Ik denk er het mijne van...
Een klucht met een luchtje
Nederland prijzenland. Met enkele honderden te vergeven culturele prijzen hoeft inmiddels bijna geen enkele Nederlandse cultuurdrager meer bang te zijn achter het net te vissen bij de één of andere uitreiking. Te meer daar bijna èlke Nederlandse cultuurdrager wel eens in een jury zit. En de juryleden van vandaag zijn de prijswinnaars van morgen, dat is algemeen bekend. Iedereen een prijs dus, op de lange duur. Leve de rode nivellering.
De Nederlandse stripwereld mag bij deze tendens natuurlijk niet achterblijven. We willen er immers bijhoren. Volwassen zijn. En de strip laten erkennen als De Negende Kunst. Zodat we in de trein schaamteloos dat stripverhaaltje kunnen lezen. Of in de bus.
'In mijn strips kan ik alleen zijn'
Mattotti
Lorenzo Mattotti is een veelzijdig kunstenaar. Als stripmaker wordt hij zelfs door de scherpste criticasters hooglijk gewaardeerd. Als geen ander is hij in staat de lezer mee te voeren in zijn eigen universum. Maar ook als schilder en illustrator heeft hij zijn sporen verdiend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er tijdens de komende Stripdagen in Haarlem, waar hij te gast zal zijn, een expositie aan zijn grensoverschrijdende werk gewijd is.
De nieuwe anti-helden
De zachte dood van de underground-generatie in de jaren '70 en '80, was een klap in het gezicht van de Amerikaanse stripliefhebber. De superhelden staken hun wilskrachtige kinnen weer uit. Marvel en DC domineerden de winkelschappen als nooit tevoren, en verdienden goed aan merchandise, trading cards en gimmick covers. In de passieve jaren tachtig en de materialistische jaren negentig leek weinig plaats voor bladen als Zap en Rip-off. Nu en dan maakte een schaap in wolfskleren binnen het superheldengenre iets eigenzinnigs en persoonlijks (Moore, Miller, Gaiman), maar over het algemeen had de striplezer met smaak weinig reden tot juichen. Toen er toch weer zwart/wit-comics verschenen waarin een alternatieve koers werd ingeslagen, haalde men de makers dan ook als helden binnen. Dat er ook flink wat kaf onder het koren was, deed aan de feestvreugde weinig af.
Algemeen Dagblad geeft stripbeleid grootse facelift
Algemeen Dagblad liet de stripwereld flink schrikken, toen de Rotterdamse krant in maart vrijwel al haar striptekenaars op straat zette. Hoofdredacteur Peter van Dijk wil het AD volledig restylen. Ook het stripbeleid krijgt daarom een facelift. De oude formule werd stilletjes begraven om ruimte te maken voor een groots plan: de achterpagina van de krant wordt gereserveerd voor een volledige kleurenstripplaat, iedere dag van de week ingevuld door een andere stripmaker. Het nieuwe elan moet komen van onder meer Theo van den Boogaard, Gerrit de Jager, Hanco Kolk en oudgediende Toon van Driel, het crème de la crème van het Nederlandse beeldverhaal. 'Met de nieuwe strippagina gaan we de stripliefhebber flink om de oren slaan', zeggen ze bij het AD. Wij peilden de mening van alle betrokkenen over de nieuwe formule. Is krantenstripland ermee gebaat?
De holocaust volgens Spielberg en Spiegelman
In de wereld is een hernieuwde belangstelling voor de holocaust zichtbaar. Pijnlijk voor de overlevenden van de vernietigingskampen, maar een belangrijke les voor de veelal onwetende nieuwe generatie die opgroeit in een tijd van rassenrellen en volkerenmoorden. In Nederland staan sinds een aantal maanden twee holocaust-documenten in de schijnwerpers. Het zijn de levenswerken van twee joodse Amerikanen: filmregisseur Steven Spielberg won met Schindler?s List zeven Oscars en stripmaker Art Spiegelman zag het tweede deel van zijn graphic novel Maus eindelijk op de Nederlandse markt verschijnen. De film van Spielberg trekt overal volle zalen. De strip van Spiegelman staat centraal bij een expositie in het Amsterdamse Joods Historisch Museum. Maar in hoeverre vertonen deze twee documenten overeenkomsten, en waar liggen duidelijke verschillen? Tijd voor een nadere beschouwing.