De wonderlijke wereld van een verzamelaar
Stéphane Steeman is op werkvakantie in de Franse Midi. Hij bereidt er zijn nieuwe tv-shows en one man-optredens voor. In september is de Brusselse komiek terug op de Belgische televisie en tegen oktober moet zijn nieuwe show volle zalen trekken. Daarin zit een 'Tirade Hergé'. Twintig bekende personen zullen een zinnetje citeren uit het oeuvre van Kuifje. Wijlen president De Gaulle sneert op zijn bekende agressieve manier, Cyrano de Bergerac wordt wellicht wat aimabeler. In dit nummer van Stripschrift mag dan ook een interview met Steeman niet ontbreken. Als voorzitter van de club 'Vrienden van Hergé', als beschermheer van de grote expositie Tout Hergé in Welkenraedt afgelopen jaar en... als verwoed verzamelaar is hij zeker als een gepassioneerde fan van Kuifje te bestempelen.
L?on Degrelle aan de haal met Kuifje
Klare lijn en bruine hemden
'Kuifje, dat ben ik!' Deze uitspraak van Léon Degrelle, de in Spanje in ballingschap levende Belgische fascist, zorgt in de zomer van 1992 voor paniek in de gelederen van de Kuifje-fans. Natuurlijk, men wist dat het gedrag van Hergé, de schepper van globetrotter, journalist en wereldverbeteraar Kuifje, niet onbesproken was. Maar stel dat het waar was en Léon Degrelle, oorlogsmisdadiger en oprichter van de uiterst rechtse Rex-beweging, model stond voor de populaire reporter. Duizend bommen en granaten!
Philippe Francq
Momenteel is Largo Winch beslist één van de populairste series. De vakbekwaamheid van scenarist Jean van Hamme en het meesterschap van de tekenaar zijn daar het recept voor. Sinds zijn debuut Vrouwen en steden in '87 (in samenwerking met Bob de Groot die daarmee zijn eerste realistische scenario schreef) verfijnt Philippe Francq zijn realistische stijl en laat hij zich in Léo Tomasini (met Francis Delvaux) inspireren door Hermann. Francq, die niet bang is om auto's en computers te tekenen, zal zich later door William Vance laten beïnvloeden.
Kurtzmans Hey Look!
Toen Harvey Kurtzman - de bedenker van Mad - vorig jaar overleed, noemde iemand hem in één van de vele eerbetonen die over de hele wereld in alle striptijdschriften verschenen, de Orson Welles van de strip. Daarmee werd bedoeld, dat hij net als de filmgenie Welles zijn meesterwerken aan het begin van zijn carrière maakte en daarna eigenlijk nooit meer iets van die kwaliteit wist te presteren.
Het slaafje van Biebel
Marc Legendre
Het zijn moeilijke tijden. Kon je vroeger als opvoeder met een gerust hart je onschuldig zoon- of dochtertje een Standaard-album in de handen stoppen omdat Sidonia en Jerom het tere zieltje wel zouden vertellen wat netjes en geoorloofd was, sinds de komst van een stekelkoppig manneke met een iets te grote broek, kan je daar ook niet meer zo zeker van zijn. De 'shit'-uitroepen en 'tongdraaiinkskes' (tongzoenen) zijn niet van de lucht en er worden zelfs 'nummertjes' op het strand gemaakt.
En wie heeft dat allemaal op zijn kerfstok? Marc Legendre. 'Neen, neen' beweert de bescheiden tekenaar die zichzelf door zijn pseudoniem Ikke, tegen zijn natuur in, nogal op de voorgrond plaatst. 'Ik kan niet anders. Ik ben het slachtoffer van Biebel. Hij is de meester en ik ben de slaaf.'
Loustal
De straat is de wereld
De Nederlandse lezer kent Loustal vooral uit de twee albums die hij samen met tekstschrijver Paringaux voor uitgeverij Casterman maakte: Woestijnkoorts (1985) en Besame Mucho (1987). Wie is Paringaux eigenlijk en waarom werkte Loustal voor De gebroeders Adamov (1991) samen met de Amerikaanse auteur Jerome Charyn? We vroegen het aan de tekenaar.
Het Afrika-gevoel van Wuyts en Yaack
Scorpio
'Nee, ik vertel je niet waarom ik koos voor een schorpioentatoeage op de schouder van Steve, al is daar de titel van de reeks Scorpio van afgeleid. De schorpioen is één van de dieren waar de Masai, een stam uit Afrika, veel bewondering en respect voor hebben. Dat is eigenlijk één van de clous van het verhaal. Later, als er wat meer albums op de markt zijn, zul je dat zelf beter begrijpen', knipoogt Robert Wuyts.
Een ontmoeting met Marc Bruyninx
Marc Bruyninx is een vriendelijke man van 34 jaar. Wat aarzelend en onzeker geeft hij antwoord op mijn vragen over Max, het jongetje dat de hoofdrol speelt in De regendroom en het zojuist verschenen Oosters blauw. Dit zijn de eerste twee delen van een, naar de jongen genoemde, serie die bij uitgeverij Glénat verschijnt. Max is een reeks die zich nog moet ontwikkelen, en het is deze ontwikkeling die Marc Bruyninx op dit moment tot diep nadenken stemt.
Ware passie ontbreekt in 'Dodelijke spelletjes'
Meestal als we spreken van een stripmaker die op routine zijn verplichte nummertje opvoert, denken we al gauw aan bij voorbeeld een krantenstripmaker, die onder de druk van de deadline zijn zoveelste hapsnapwerkje aflevert. Of eenvoudig aan een fantasiearme eendagsvlieg, die voortborduurt op dat ene kleine bedenkseltje van jaren terug, het hergebruikt en hergebruikt. Maar ook goede auteurs vliegen soms op de automatische piloot en dan kan er desalniettemin sprake zijn van een kwaliteitsproduct. Dat nu bewijst Jacques Tardi.
Het beeld van de psychokundige in strips en cartoons
Vertel eens iets over uw jeugd
Een bezoek aan een zielkundige is geen dagelijks gebeuren. Velen van ons kennen de psychiaters en psychologen, a- en andere -gogen alleen maar uit de media. En niet eens zozeer uit de serieuze media, maar nog meer uit strips en films, waarin de vreemdste personages rondlopen. De psychokundige is vaak gezegend met een baardje, een wat kalend voorhoofd en een Duits accent. Hij kleedt zich verzorgd, maar excentriek. Zijn spreekkamer is tot de nok toe gevuld met boeken, de bewijzen van zijn kennis. Ons beeld van de psychokundige is kortom vaker een clichébeeld dan een beeld dat uit directe waarnemingen is gevormd.
Barry Windsor Smith
'Veel lijnen bij elkaar vormen samen de tekening, doch enkel de lijnen die op de juiste plaats staan verschaffen de duidelijkheid.' - Honor? Daumier (1832-1872)
Deze uitspraak van Honoré Daumier, één van de grondleggers van het stripverhaal, is niet alleen van toepassing op één tekening maar kan ook geprojecteerd worden op de wereld van de huidige Amerikaanse comic. In de grote massa van comics, die elke maand over de lezer uitgestort wordt, zitten slechts enkele verhalen die echt de moeite waard zijn. En het gebeurt zelden dat een comicreeks van een bepaalde tekenaar op een constant hoog niveau blijft staan. Barry Windsor Smith is één van de weinige tekenaars in Amerika die er elke keer opnieuw in slagen een goed product af te leveren.
Verfrissende Vlaamse humor
Taco Zip en Tom Carbon
Leven als God in Frankrijk... wie kijkt daar niet naar uit? Al is 'leven als de koele ridder in de ijskast' pas echt het ultieme. Trouwens, daar is de ridder het best houdbaar, als je begrijpt wat Torn Carbon bedoelt. Oftewel, de doldwaze avonturen van het duo Cromheecke en Letzer. Verhalen die je moet lezen, wil je de nieuwste humor uit Vlaanderen ontdekken. Cromheecke en Letzer zijn trouwens al doorgedrongen tot in Nederland. Het eerste album van Tom Carbon, In goed gezelschap, werd vorig jaar op de Haarlemse Stripdagen genomineerd voor de NZH-stripprijs voor het beste Nederlandstalige album van 1991.
De nieuwste Vlaamse humor blijft niet beperkt tot Tom Carbon. Cromheecke geniet ook al enige bekendheid met zijn strip Taco Zip, waarvan onlangs het vierde album - PROAP! - uitkwam.
Het Duck-universum
Waarom zal men in Disneyland tevergeefs zoeken naar Duckstad?
En welke functie vervult de wasknijper in de avonturen van de Eend?
Donald Duck: pechvogel in een wereld van bofkonten.
De grote rondes van Marc Sleen
'Voor geen miljoen zou ik de Ronde nog actief willen volgen, mentaal kan ik dat niet meer opbrengen, maar ik heb er ook geen zin meer in. Wel zit ik dagelijks voor de buis. Er is veel veranderd in de Tour, hè? Vorig jaar stond de eerste Belg na drie ritten op de 48e plaats. Dat was vroeger wel anders,' vertelt Marc Sleen. En hij kan het weten, want Sleen volgde de Ronde van Frankrijk achttien jaar - van 1947 tot 1964 - in de hoedanigheid van cartoonist.
Tussen spreken en zwijgen
Mattotti en de kronkelpaden van het geheugen
Op een onbewaakt ogenblik kan het gebeuren dat je aan niets denkt. Geen enkele bewuste gedachte houdt je geest bezig en in het vacuüm dat zo ontstaat, kunnen schijnbaar betekenisloze beelden naar binnen glippen. Flarden van herinneringen, die onder de oppervlakte van het geheugen lagen opgeslagen.
Soms komen op zulke momenten, zonder directe aanleiding, beelden uit de boeken van de Italiaanse stripmaker Lorenzo Mattotti bij me naar boven, die zich kennelijk in hetzelfde compartiment van het onderbewustzijn hebben geïnstalleerd. Hoe moeilijk en ontoegankelijk ze op een rationeel niveau ook kunnen lijken, zijn verhalen zetten zich met kleine weerhaakjes vast in de herinnering van de lezer die bereid is zich voor Mattotti's verbeeldingswereld open te stellen. Dat geldt misschien het sterkst voor het album Fluister (eerste albumuitgave 1 989), dat onlangs in Nederlandse vertaling verscheen.