Tom Bouden
Paniekschopper in stripland
Na Suster en Wiebke en De lichtroze ridder waagde Tom Bouden zich opnieuw aan een parodie. Ditmaal werden niet Suske en Wiske of De rode ridder door de mangel gehaald, maar wel de gehele Vlaamse stripscene, en vooral dan de clichés en/of geijkte formules die daar aan voorafgaan. In Paniek in stripland passeren zo'n honderd papieren (oude) bekenden de revue, van Flip de papegaai tot de koningin van Onderland. Een gesprek.
Index
Jaargang 40
In de 40e jaargang verschenen acht reguliere nummers van Stripschrift. Overal waar twee getallen door een 'slash' worden gescheiden staat het eerste getal voor het nummer van Stripschrift binnen de 40e jaargang en het tweede voor de pagina in dat nummer waarop het artikel/de recensie een aanvang neemt. Diverse rubrieken zoals 'Actua', 'En verder...' en 'Heinz Service Spread' zijn niet in deze index opgenomen. Via de databank kan uiteraard meer in detail worden gezocht.
Griffo
Stripmaker op een eiland
Griffo (pseudoniem van Werner Goelen) vertoeft het grootste gedeelte van zijn tijd op de Canarische Eilanden. Maar hij was een weekje in België ter gelegenheid van zijn jubilerende collega Jean van Hamme. Tijdens een ontmoeting op het station Antwerpen-Berchem vertelt Griffo (Wilrijk, 1949) over 'Spruiten', Ton en Tineke, Markies de Sade, Casanova, Empire USA, en nog veel meer. Tekenen blijkt zijn lotsbestemming.
Reinhard Kleist
Daar zit muziek in!
De stripbiografie van Johnny Cash zorgde in 2007 voor de doorbraak van tekenaar Reinhard Kleist in Duitsland. Uitgeverij Silvester brengt nu een Nederlandse vertaling uit. Ook heeft het de rechten verworven op The Secrets of Coney Island.
Het mysterie van de missende jaargang
Het eerste nummer van Stripschrift verscheen in februari 1968. Daardoor zijn we in 2009 aanbeland bij onze 42e jaargang. Maar wie het colofon goed bekijkt zal zien dat daar de 41e jaargang wordt genoteerd. En dus is de grote vraag: Welke snoodaard heeft een complete Stripschrift-jaargang zoekgemaakt?
Jaargang 42 - nummer 1
De jaren 1968-1972
De nummers 1-47/48
Een lustrumsgewijs overzicht van de geschiedenis van Stripschrift met een 'omslag' van Kraaienhove door Willy Lohmann.
Jaargang 42 - nummer 2
De jaren 1973-1977
De nummers 49/50-106
Een lustrumsgewijs overzicht van de geschiedenis van Stripschrift met een 'omslag' van FC Knudde door Toon van Driel.
Kiki en de modernisten van Montparnasse
Oog & Blik/De Bezige Bij heeft Kiki van Montparnasse van Catel Muller en José-Luis Bocquet uitgebracht. Deze in Frankrijk gelauwerde striproman speelt zich af in het kunstenaarscircuit van Parijs in de roarin' twenties. Het album past in het rijtje recente strips over het kunstenaarsmilieu tussen de twee Wereldoorlogen, zoals Parijs 25/44 van Dick Matena, Berlin van Jason Lutes en The Left Bank Gang van Jason. Stripmakers voelen zich blijkbaar verwant aan deze generatie die aan de basis stond van wat nu 'moderne' kunst heet.
Kuifje en de Schone Kunsten
Hergé, naast striptekenaar ook schilder en kunstverzamelaar, strooide in zijn Kuifje-avonturen niet alleen ruimhartig met woordspelingen, de overbekende albumpagina's bevatten ook veelvuldig picturale verwijzingen. Hergé eerde de door hem bewonderde schilders als Rubens, Van Gogh, De Chirico en Constable door hun schilderijen als een echo in zijn tekeningen op te nemen.
Herg?-bundeling vol kunst
Eén van de meest belangwekkende gebeurtenissen op stripdocumentatiegebied aan het begin van deze eeuw was de publicatie van de eerste zes delen van Hergé - Chronologie d'une oeuvre door Philippe Goddin. Deze door Editions Moulinsart alleen in het Frans uitgegeven kloeke bundels van meer dan 400 pagina's per deel behandelen elk een korte afgesloten periode uit het leven en werk van Kuifje's geestelijk vader Hergé. Ik ben nooit een grote Kuifje-verzamelaar geweest, maar het valt niet te ontkennen dat Hergé een belangrijke man is geweest voor de Europese strip. De geschiedenis van zijn leven en zijn werk is voor een groot deel de ontstaansgeschiedenis van het beeldverhaal aan onze kant van de Atlantische Oceaan.
Remi versus Herg?
George Remi, bij de meeste striplezers beter bekend onder zijn pseudoniem Hergé, werd geboren in 1907. Nu, iets meer dan een eeuw later, vult de levensbeschrijving van de schepper van Kuifje een boek van zo'n duizend pagina's waarvan een kwart volstaat met zeldzaam fotomateriaal. De tekst is geschreven door Philippe Goddin, de algemeen secretaris van de Stichting Hergé, een organisatie die Remi's nalatenschap zorgvuldig koestert en zijn reputatie beschermt, volgens sommigen nogal overijverig.
Kuifje literair ontleed
Kuifje geldt zonder twijfel in brede kring als een monumentale blikvanger voor de Europese strip. Zijn schepper was reeds diverse malen het onderwerp van serieuze biografieën. Het werk van Hergé wordt nog altijd volop gelezen en wordt bovendien rond uiteenlopende thema's in vooraanstaande musea tentoongesteld.
Dirk Stallaert
Via omweg naar eigen stijl
Dirk Stallaert noemt zich een namaker. Hij voegt zich gemakkelijk in de stijl van een andere tekenaar. Stallaert is dan ook een veelgevraagd studiotekenaar. Daarnaast heeft hij zijn eigen producties, zoals Plankgas en Plastronneke en Mieleke Melleke Mol (samen met Urbanus). Opvallend genoeg zegt hij beïnvloed te zijn, en die invloeden vindt hij terug in meer 'onnozele' Vlaamse krantenstrips, en in Pa Pinkelman, de Nederlandse krantenstrip uit de naoorlogse periode van Godfried Bomans en tekenaar Carol Voges.
Nederland volgens Sigmund
Op 3 januari 1994 publiceerde De Volkskrant de eerste Sigmund-strip. Tot de dag van vandaag heeft Peter de Wit in zijn simpele, bijna abstracte stijl meer dan vierduizend strips getekend. Voor het Stripmuseum in Groningen reden om een Sigmund-tentoonstelling te organiseren. Een initiatief van collega-tekenaar Frans Ie Roux. Verzekeraar Achmea was bereid om als sponsor op te treden en de website www.nederlandvolgenssigmund.nl voor de tentoonstelling te ontwikkelen. De Volkskrant zorgde voor journalistieke bijdragen en gratis publiciteit.
Jaargang 42 - nummer 3
De jaren 1978-1982
De nummers 107/108-166
Een lustrumsgewijs overzicht van de geschiedenis van Stripschrift met een 'omslag' van 'Prutswerk' door Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen.