Jaargang 42 - nummer 4
De jaren 1983-1987
De nummers 167-216
Een lustrumsgewijs overzicht van de geschiedenis van Stripschrift met een 'omslag' van Philip J. Boogaard door Willem Ritstier en Minck Oosterveer.
Hollandse Duck-meesters oogsten Finse roem
Op uitnodiging van de Finse Donald Duck - Aku Ankka -reizen vier Nederlandse Duck-tekenaars eind maart naar de Finse hoofdstad Helsinki. Ze zijn gevraagd voor een promotionele signeertournee ter ondersteuning van het dan verschenen Hollantilaiset mestarit, een 128 pagina's tellende hardcover, gewijd aan het werk van Wilma van den Bosch, Bas Heymans, Mau Heymans en Michel Nadorp.
In Finland is Donald Duck nog populairder dan in Nederland. De oplage van Aku Ankka is een slordige 324.000 met een bereik van 1,3 miljoen mensen. Denk daarbij aan een bevolking van zo'n 5,2 miljoen Finnen, dus 1 op de 4 Finnen leest Donald Duck! De vier Duck-tekenaars hebben hun 'Finland-tour, 24-29 maart 2009' in bijgaand beeldverslag gegoten.
Het ruime blikveld van Bernard Vrancken
De series Zwart bloed en I.R.S. betekenden voor Brusselaar Bernard Vrancken zijn doorbraak naar het grote publiek. In een realistische klare-lijnstijl geeft hij universele thema's zoals liefde, jaloezie, trots, eenzaamheid en haat scherp weer. Vrancken debuteerde op jonge leeftijd bij Kuifje, maar moest ook noodgedwongen tien jaar buiten de stripwereld werken. Het leerde hem dat er in de wereld meer te koop is dan alleen strips.
Brecht Evens en Judith Vanistendael
Jonge Vlaamse leeuwen krijgen manen
Ze gelden als het kruim van de nieuwe generatie Vlaamse striptekenaars. Judith Vanistendael scoorde twee jaar geleden een hit met De maagd en de neger 1: Papa en Sofie, een semi-autobiografisch verhaal over haar ervaringen met een politiek vluchteling uit Togo. De opvolger ervan - Leentje en Sofie - is recent verschenen.
Brecht Evens is de sympathieke losbol die nog voor verschijnen van zijn gloednieuwe boek Ergens waar je niet wil zijn meteen een contract kreeg bij twee gerenommeerde buitenlandse uitgeverijen. De jonge leeuwen krijgen manen.
In de voetsporen van Spiderman
New York is een stad die tot de verbeelding spreekt en dient als decor van menig film, televisieserie en stripverhaal. Marvel Comics laat sinds jaar en dag de avonturen van zijn superhelden afspelen in The Big Apple. Dat is koren op de molen voor een stripnerd als ik. Daarom toog ik naar New York om de meest bijzondere hangplekken van mijn favoriete stripheld te bezoeken. Het werd een ontnuchterende zoektocht naar het raakvlak waar fictie en feiten in elkaar overvloeien.
Kees Sparreboom
Laatbloeier uit vrije wil
De bijna zeventigjarige Kees Sparreboom (1939) is een laatbloeïer op stripgebied. Pas tien jaar houdt hij zich met strips bezig en dat heeft geleid tot de PTT Aanmoedigingsprijs 1999, de detectivestrip Boot & Van Dijk (17 deeltjes in vier jaar), Puberaaltjes, Rotterdamse bioscoopschilders in de jaren '50 en Mamma Care. In de laatste strip laat Sparreboom zien dat er tijdens de behandeling van kanker ook gelachen kan worden.
De bitterzoete journaals van Guy Delisle
Met de publicatie van Pyongyang (Oog & Blik/Bezige Bij) verschijnt binnen een jaar het tweede reisverslag van de Canadees Guy Delisle in het Nederlands. Vorig jaar kwam Birma al uit. Delisle doet in beide striplogboeken op een onderkoelde, soms klagerige wijze verslag van zijn dagelijks leven onder een totalitair regime. Dat levert zowel schrijnende als hilarische situaties op.
Jean-Claude M?zi?res
De cowboy onder de striptekenaars
Jean-Claude Mézières (1938) is voornamelijk bekend als de tekenaar van Ravian, maar vóór die strip begon had hij er al een hele carrière op zitten. De Fransman ontwikkelde zich van een voorzichtige sciencefictiontekenaar tot de belangrijkste ontwerper van toekomstbeelden van zijn tijd. Toen hij jong was wilde hij striptekenaar of cowboy worden. Mézières werd het eerste. En af en toe ook het laatste.
Jaargang 42 - nummer 5
De jaren 1988-1992
De nummers 217-257
Een lustrumsgewijs overzicht van de geschiedenis van Stripschrift met een 'omslag' van Heinz door René Windig en Eddie de Jong.
Jaargang 42 - nummer 6
De jaren 1993-1997
De nummers 258-307
Een lustrumsgewijs overzicht van de geschiedenis van Stripschrift met een 'omslag' van Eefje Wentelteefhe door Studio de Leijer.
Ferry tekent Alex
De klassieke Romeinse stripreeks Alex heeft de laatste jaren heel wat auteurs versleten. De oorspronkelijke tekenaar Jacques Martin is nagenoeg blind. Hij drong erop aan dat de Vlaming Ferry van Vosselen als tekenaar werd aangetrokken. Diens nieuwe strip De verdwenen stad, op scenario van romancier Patrick Weber, ligt sinds kort in de winkel. Een gesprek.
Zone 5300
Al 15 jaar een springplank voor talent
Tijdens een feestje in 1992 in de Rotterdamse bibliotheek waar Stripschrift haar 250e nummer feestelijk presenteerde, bemande Tonio van Vugt samen met wat medestudenten een stand om hun stripblad Barwoel te promoten. Hij ontmoette daar Robert van der Kroft die wel iets zag in het blad en voorstelde er iets 'professioneels' mee te gaan doen. Het zou uiteindelijk nog tot oktober 1994 duren voordat de samenwerking zou resulteren in de eerste Zone 5300, vernoemd naar de zone-indeling van het openbaar vervoer. Nu, vijftien jaar later, is het blad een constante factor in de tijdschriftenwereld en vindt de redactie het hoog tijd voor een feestje.
Gilles Chaillet
'Mijn inspiratie kent geen grenzen'
Gilles Chaillet behoort als de auteur van Vasco tot de traditionele historisch-realistische tekenaars. Desondanks probeert hij nieuwe technieken, nieuwe stijlen en nieuwe genres uit, vooral sinds hij de laatste jaren onder de vleugels van zijn oude leermeester Jacques Martin uit is. Misschien krijgt hij juist daardoor als tekenaar en scenarist met series als Vinci en De laatste profetie steeds meer succes. In oktober staat Vasco 22: De witte dood op de planning bij uitgeverij Lombard. Een mooie aanleiding om eens bij hem op bezoek te gaan.
Fotostrip
De Stripdagen 2009
Hoewel uw favoriete Stripschrift-reporter Mars Gremmen dit jaar in Houten bij zo'n vier verschillende uitgevers moest signeren (één uitgeverij per geflopt boekje), zag hij toch nog kans wat foto's te schieten voor de jaarlijkse De Stripdagen-fotoreportage.