De Pokémon-rage woedt sinds 1996 onder de jeugd. Voor de Japanse uitvinder en spelletjesfabrikant Nintendo is het volkomen onverwacht de redding van de Game Boy, de handcomputer waarop het Pokémon-spel gespeeld kan worden.
De originele naam van het computer- en kaartspel is Poketto Monstaa: de Japanse uitspraak voor Pocket Monster. Als snel wordt het ingekort tot Pokémon. De beestjes zijn de creatie van spel-ontwerper Satoshi Tajiri. Hij zou zijn schepping gebaseerd hebben op jeugdherinneringen aan glazen potjes met insecten die hij hoopte te kunnen laten vechten zoals zijn helden uit de sciencefiction-films. Het spel is danig ingewikkeld: Tajiri zou zo'n zes jaar over de ontwikkeling ervan gedaan hebben. De rage begint in Japan. De populariteit inspireert snel tot een televisie-serie. In 1998 springt de vonk over naar de Verenigde Staten en Europa. Ook hier zijn kinderen snel in de ban van zowel het computer- als het uiterst complexe kaart/ruil-spel. Ook in de Arabische contreien zijn de getekende figuren populair. In vrijwel alle landen keren sommige volwassenen zich tegen de rage. In Amerika zou het slecht zijn voor de concentratie van de schoolkinderen, in Europa is er een sporadisch debat of de strip een bedreiging is voor de kerk en sommige moslims vermoeden een zionistische samenzwering -uiteraard. Pokémon-trainer Ash Ketchum neemt het in de tweede Pokémon-film op tegen een gestoorde verzamelaar. Die heeft zijn zinnen gezet op de allersterkste van deze mythologische dieren, Lugia. Om deze Pokémon uit de diepe oceaan te lokken, vangt hij eerst met veel geweld de andere drie Pokémon, de vogels Articuno, Zapdos en Moltres, die elk op een ander eiland wonen. Deze drie beheersen elk een der elementen en door ze op te sluiten verstoort de verzamelaar het natuurlijk evenwicht. Over de hele wereld zijn geweldige stormen het gevolg. Deskundigen staan voor een raadsel. Wie wel de verklaring weten zijn de andere Pokémon. Zij verlaten en masse hun schuilplaatsen en trekken naar de eilanden om de wereld voor de ondergang te behoeden. Het verdere verhaal is eenvoudig, maar zal het beoogde jonge publiek ongetwijfeld aan de buis kluisteren. Gelukkig blijft er voor de kijker die zich wel verveelt nog genoeg over. Belichting, camerapositie, special effects en het kleurgebruik zijn onmiskenbaar gelijk aan die van de populaire manga en anime. Zoals dat hoort in strips stoort ook deze film zich waar nodig niet aan de werkelijke natuurwetten. In de scène waarin het groepje kinderen en Pokémon-wezentjes ontsnapt uit het neergestorte luchtschip blijkt de wand van deze ballonachtige constructie ineens te bestaan uit bakstenen. Ondanks dit ruwe materiaal is het toch makkelijk ontsnappen: de groep glijdt er gewoon vanaf. Die glijtocht duurt wel veel langer dan verwacht: de muur is vele malen groter dan het luchtschip in eerdere scènes oogde. De Nederlandse versie van de film dringt de kijkers een ecologisch bewustzijn op. Het zal het resultaat zijn van de Nederlandse bewerking; het is bekend dat het Japanse origineel door het Amerikaanse Warner intensief wordt aangepast; Japanse symbolen worden gewist en de verhaallijn geschikt gemaakt voor niet-Japanse kijkertjes. Hier herkent niemand de religieuze verwijzing naar de Shinto-mythologie, zoals uitgebeeld door de vier Pokémon-vogels. Daarmee gaat ook een deel van diepe uit de film. Wat blijft zijn de kleuren, het licht en de schattige wezentjes.