'De begrafenis van de oude zeeman was zoals zijn laatste jaren: sober en naargeestig.' Sober en naargeestig, wat je zegt... In dit debuutalbum van de veertigjarige Vlissingenaar Benno Vranken valt er verdomd weinig te lachen. Maar knap is het wel, dat mistroostige sfeertje dat Vranken oproept in zijn korte verhaaltjes. En sfeer, daar is het de auteur ook om te doen, meer dan het vertellen van verhalen of het uitwerken van plots. De dialogen zijn tot de essentie beperkt. Net als de gelaatsuitdrukkingen van zijn personages, doorgaans fors uit de kluiten gewassen aardappelen met armpjes als lucifers en een met diepe rimpels doorgroefd gezicht. Het leven in havensteden of kustdorpjes is natuurlijk altijd een dankbare bron van inspiratie geweest voor allerhande artiesten. Zelden echter werd het havenleven zo treurig weergegeven als in deze Kustbewoners. Het valt nog het best te omschrijven als een Reis naar het einde van de nacht, maar dan in groezelige kustdorpjes. Valt er dan nergens te lachen? Glooit er nergens een sprankje hoop aan het eind van de tunnel? Euh... nope. Nergens. Zelfs niet in het hiernamaals zoals Walburg, het hoofdpersonage in twee van de vijf verhalen die in deze bundel zijn opgenomen, aan den lijven mag ondervinden. Hij wil zich dood drinken in de hoop aan het andere eind opnieuw verenigd te worden met zijn pas overleden vrouw om dan, eenmaal in zijn opzet geslaagd, doodleuk vast te stellen dat zijn vrouw in het hiernamaals een andere kerel heeft opgescharreld. Diezelfde Walburg geniet overigens de twijfelachtige eer om in de voetsporen te treden van Kenny - je weet wel, dat kereltje uit South Park dat in elke aflevering wel op de een of andere bizarre manier de dood vindt. Ook in het andere verhaal waarin hij de hoofdrol speelt, legt hij namelijk het loodje. Net zoals zijn vrouw, die hij kort tevoren met een spade de kop heeft ingeslagen. Romantiek is inderdaad ook ver te zoeken. Is dit dan een slecht album? Om de dooie dood niet. Of ik met Vranken graag een avondje wil doorzakken, is een andere zaak, maar feit is dat hij als geen ander een sfeer van verval weet op te roepen in een compleet eigen stijl. Een bijzonder geslaagd debuut, dat volgens de auteur tevens een eindpunt is. Na dit album - gelauwerd met de Vpro Debuutprijs 2002, stort Vranken zich op andere technieken. Voor zijn eigen gemoedsrust hopen we dat hij zich een volgende keer laat gaan in een hilarische gagstrip, maar als stripliefhebber zitten we daar niet bepaald op te wachten. Als chroniqueur van het naargeestige havenleven kent Vranken zijn gelijke namelijk niet in Nederland en België. En met Rotterdam en Antwerpen hebben we toch de grootste havens ter wereld, niet?