Haalt het fenomeen Kuifje de eenentwintigste eeuw? Of liever: Hoe haalt de vermaarde reporter (* 1929) de leeftijd der sterken? Deze vraag staat centraal in de kritische analyse van de Belgische journalist Hugues Dayez. Sinds de dood van Hergé in 1983 zit de hond immers in de pot. Wat kunst is in zijn werk, is het terrein van herlezende liefhebbers en kenners. Het grote leespubliek van weleer is verdwenen; draagt tegenwoordig een Kuifje-sweater, drinkt uit een Kuifje-mok en dobbert in de wateren van de Costa Brava op een opblaasbare Kuifje-raket. Of daar iets mis mee is? In elk geval is het de vraag of dat ooit de bedoeling is geweest. Voor iemand die bij leven al weinig op had met commercie, laat staan met de huidige supermarkteske merchandising van zijn geesteskind, regelde Hergé inzake het beheer van zijn erfgoed wel heel erg weinig. Niets namelijk. Nieuwe, althans min of meer publicabele manuscripten liet hij niet na. Wat zijn laatste privé-secretaris - Alain Baran - in 1997 tot de uitspraak bracht, dat er daarom niets dan accessoires was overgebleven. En dat bleek voldoende voor een imperium. Allang vóór de zeventigjarige verjaardag van Kuifje in 1999 was er geen speld meer te krijgen tussen het beheer van erfgoed (Fondation Hergé) enerzijds en anderzijds de commerciële uitbating van de rechten op het werk (Moulinsart NV). Miljoenen gaan in dit vrijwel ondoordringbare imperium om. Maar een bescheiden verjaardagsfeestje kon er niet af. In Brussel en omstreken gebeurde niets dat een naam mag hebben. En een enthousiast en interessant initiatief voor een tentoonstelling in de Franse stad Saint-Nazaire kreeg weliswaar de medewerking van de Fondation Hergé - maar tegelijkertijd een zeer gepeperde rekening van Moulinsart NV. In zijn boek analyseert Dayez het post-Hergé tijdperk in twee episodes: de heerschappij van Alain Baran (1978-1990) en de periode waarin Nick Rodwell de scepter zwaait (1990-). Op de achtergrond, maar dan tamelijk manifest, figureert de weduwe Hergé - légataire universelle - en alweer een hele poos naar het schijnt gelukkig getrouwd met Rodwell. Waar een groots imperium dan weer het formaat van een dekbedovertrek krijgt. Dayez heeft zo zijn indrukken, geïnformeerde opinies en voorkeuren, maar weet zich boven zijn materiaal staande te houden. Die verdienste maakt van Tintin et les héritiers een interessant en leesbaar boek, ook al vergt het geregeld nogal wat kennis van de wereld van Hergé.