Magische boeken, die willen wat! Michael Ende schreef het jeugdboek Het oneindige verhaal (1982), later ook succesvol verfilmd: een dromerige, onbegrepen jongen koopt in een stoffig winkeltje een boek waar hijzelf in optreedt. En onze eigen onbegrepen Jan Jacob Slauerhoff heeft een briljant kort verhaal geschreven, waar een verteller in een uiterste poging om het leven van zijn hoofdpersonen te redden, zelf het onderspit delft: De doodsstrijd van de dwaze oude, in het schrijven verliefde uit de bundel Het lente-eiland (1930). Een sterk staaltje van levensbepalende invloed van een boek op het leven ondervond Ende zelf ook: hij trouwde zijn Japanse vertaalster. Het gegeven 'boek' kan zo beschouwd gezien worden als metafoor voor lotsbestemming en 'lezen' als allegorie van het leven zelf. Dat de jonge Franse Denis-Pierre Filippi (1972) en Olivier G. Boiscommun (1971) dit thema kozen voor hun strip Het boek van Jack is dan ook geen slechte keuze. Scenarist Filippi schreef jeugdverhalen met veel fantasy en ook de strips De boeman en De kaper van Alcibiades. Tekenaar Boiscommun debuteerde in 1995 en werkte al met Joann Sfar voor Troll. Het boek van Jack is hun eerste gezamenlijke werk en deel twee - Het boek van Sam - verschijnt binnenkort in vertaling. Uitgeverij Standaard slaat met deze uitgave nieuwe paden in, waarvoor het eerder al de eveneens mooi verzorgde De wind in de wilgen heeft uitgebracht. Gaat Standaard de lezers opvoeden voor het betere werk? Moet Het boek van Jack het gat opvullen tussen Boeboeks en Craig Thompsons Een deken van sneeuw? Dient de ouder wordende en meer eisende Suske en Wiske-lezer vastgehouden te worden? Als dat het geval is, is het maar de vraag of dat met deze uitgave gaat lukken. Het verhaal is eenvoudig samen te vatten. Jack zit in een soort negentiende-eeuwse straatbende. Hij moet zich bewijzen door uit een eng huis iets te stelen. Het wordt een boek. In dat boek staat zijn leven tot nu toe, maar nog niet hoe het verder gaat. Pas als bendeleider Stan het boek in handen krijgt, gaat het mis. Stans motief is jaloezie: het klikt tussen het bendemeisje Sam en Jack. Het grootste probleem is Filippi's scenario. Hij schrijft rechttoe-rechtaan naar het einde. Nergens wordt het verhaal mysterieus of raadselachtig, laat staan filosofisch. Plompverloren geeft hij alle feiten prijs, alsof hij de bingocijfers trekt. Daarbij verslikt hij zich in fantasy. Fantasie is prachtig, 't is alleen jammer dat het zo moeilijk is. Binnen de fantasiewereld moet namelijk wel alles kloppen. En dat doet dit scenario niet. Wie is de jongen Thomas, die voor Stan in het boek moet schrijven? Van wie is het onbeholpen, kinderlijke handschrift in het boek? Niet van Jack, want die kan niet lezen, laat staan schrijven! En in dat primitieve handschrift staat niet één spelfout, ook niet in moeilijke werkwoordsvormen. Dat kan je van de rest van het taalgebruik in dit album niet zeggen! Als ik vertaler was, zou ik dat andersom doen. Op de tekeningen valt niet zo veel aan te merken. De stadsdoorkijkjes zijn mooi en Boiscommun is kennelijk een grote fan van Belle en het beest. Maar meer kan hij er ook niet van maken. Hopelijk raakt Filippi in Sams boek beter op dreef en heeft de vertaler een creatieve bui, want tussenwerpsels als 'gossie toch', 'snik' en veel 'pfffffs' kunnen sterker.