Dit nieuwe album in de reeks Vrije vlucht van uitgeverij Dupuis, getekend en geschreven door Baru (1947), verhaalt de Werdegang van de jonge Pool Anton Witkowski. Hij groeit op in een naargeestige buitenwijk van Parijs. Zijn Arabische vriend Mo kiest voor school en een carrière als journalist. Witkowski wordt - zeer tegen de zin van zijn vader - profbokser (eerder verwerkte Baru het thema boksen in de strip Road to America). Hij gaat voor het geld, veel geld, niet voor de sport. Maar hij is goed, al duurt het even voordat hij de louche, lokale bokswereld achter zich laat en via zijn nieuwe Armeense manager internationaal doorbreekt. De man met de gouden vuisten en het ongekende talent om mensen te kwetsen. Bekende Fransman, ster in Amerika, wereldkampioen - en grootverbruiker van mooie vrouwen en blinkendrode corvettes. Het belooft niet veel goeds: de vele verhaallijnen die Baru door dit eerste deel van De woesteling weeft. Het album opent met de scène dat Witkowski in de beklaagdenbank zit bij een Parijse rechtbank. Over de tenlastelegging houdt Baru de lezer nog in spanning. Heeft hij Mo doodgeslagen? Dan begint het verhaal, een lange flashback vol (quasi)literaire motieven: generatieconflict, geld en geweten, ontbindende vriendschap, sociaal-economische en etnische spanningen, seks, liefde en bindingsangst, het gevecht tussen woord, daad en werkelijkheid. De manga-achtige tekenstijl van Baru (vooral waar hij emotie uitdrukt) is interessant. Opmerkelijk is de preciesheid waarmee hij auto's tekent. Zijn inkleuring (samen met Ledran) is adequaat krachtig, maar de ambitie achter het scenario maakt hij niet waar. Het boek leest als een grabbelton vol mooi maar losjes verpakte verhaallijnen en motieven. Na de openingsscène laat Baru de lezer gaan om te grijpen wat er te grabbelen valt. Van het tweede deel vergt dat het onmogelijke.