Binnen de triviale literatuurstroming worden objecten vaak als uitgangspunt genomen. H.P. Lovecraft en Stephen King zijn daarvan exponenten. Het beeldverhaal heeft deze wijze van vertellen omarmd, maar vanaf de zestiger jaren van de vorige eeuw hebben auteurs en tekenaars een alternatief gevonden in de grafische roman. Een voortrekkersrol was weggelegd voor Will Eisner met A Contract With God. Hedendaagse graphic novel-tekenaars zijn Joe Sacco en Peter van Dongen. In voorliggend op zichzelf staand stripalbum laveren scenarist Lorenzo Díaz en tekenaar/schilder Carlos Puerta tussen beide richtingen. Een huis wil zijn geschiedenis niet loslaten en lijkt hel en verdoemenis af te roepen over zijn gebruikers van Japanse afkomst. Een recente huurster vindt onder ogenschijnlijk vreemde omstandigheden de dood in het verkeer. Haar broer, een lid van de Japanse maffia, de Yakuza, gaat in gezelschap van haar ex-vriend, een scenarioschrijver, op zoek naar zijn verdwenen ouders en naar de wijze waarop het huis reageert op de mensen, die binnen de invloedssfeer van de woning komen. Het verhaal wil maar niet op gang komen. Het is geen horror, geen fantasy. Het geheel is te braaf en te oppervlakkig. De personages blijven sjablonen. De afbeeldingen zijn vol toewijding geschilderd. De aquarellen zijn ronduit prachtig; sommige doen denken aan het werk van Hopper. Zij kunnen het album echter niet redden. Saillant detail: de ex-vriend heeft de fysionomie van Robert Mitchum, acteur in een reeks van hard boiled-films.