Na het succesvolle vormexperiment van De avonden heeft Dick Matena A Christmas Carol van Charles Dickens aan hetzelfde procédé onderworpen: een stripversie die de volledige tekst van het literaire origineel bevat, in een nieuwe vertaling van Else Hoog. Een herhalingsoefening is het niet geworden: waar De avonden in grijstinten werden uitgebeeld zijn de dromen van Scrooge geheel in bijpassende kleuren opgetrokken. Matena heeft ervoor gekozen om dit 'kerstlied in proza' door de schrijver zelf aan een volle theaterzaal te laten voordragen, zodat hij delen van de beschrijvende tekst toch in tekstballonnen kon opnemen. Dat vergemakkelijkt het 'striplezen' aanzienlijk. Het verhaal van de vrek die na confrontaties met verleden, heden en een mogelijke toekomst tot inkeer komt, mag bekend worden verondersteld. Dat roept de vraag op: waarom kiest Matena voor zo'n overbekende en al zo vaak vertelde kerstvertelling? Lezing maakt dat duidelijk: deze versie ontrukt het verhaal uit de klauwen van de Amerikaanse kerstsentimentaliteit waar het definitief in terecht leek te zijn gekomen, en geeft het terug aan Dickens zelf. Matena kiest ondubbelzinnig voor het sociale commentaar waarvan het oorspronkelijke verhaal is doordrenkt, en veegt alle suikerzoete sneeuw weg die erop neergedwarreld was. Hij weet dat nog te versterken door veel in de tekst genoemde details niet uit te beelden, maar zich te beperken tot sfeertekeningen in letterlijke zin, in kleuren die Scrooges dromen het karakter van nachtmerries geven, in aan het moment aangepaste tinten. Het is trouwens nog steeds verbluffend om te zien hoe deze stripveteraan zich nog steeds vernieuwt, en voor elk van zijn, zeer uiteenlopende, projecten weer een nieuwe, speciaal voor het doel ontworpen, tekenstijl weet te hanteren, die toch altijd onmiskenbaar het Matena-handschrift draagt. Het enige nadeel aan Christmas Carol (en van het procédé] is dat Matena's tekenkunst wordt ingekaderd door grote hoeveelheden tekst, wat de pagina-indelingen vaak onevenwichtig en soms zelf onaantrekkelijk maakt. Dickens was natuurlijk een bloemrijk en breedsprakig schrijver. Dat roept de vraag op wat de Matena-methode zou kunnen doen met werken van literatoren met spaarzamer taalgebruik als Bordewijk of Nescio. Dromen hebben we allemaal.