Denis Lapière is inmiddels een oude bekende in de Vrije vlucht-collectie van uitgeverij Dupuis. Eerder schreef hij al voor Jean-Philippe Stassen (Brieven uit de bar), Paul Gillon (De laatste knusse zaal) en Ruben Pellejero (Blauwe rook en De goelagwals) en nog niet zo lang geleden verscheen Agadamgorodok met tekenwerk van Pierre Bailly. Nooit eerder echter schreef hij zo'n spannende thriller als deze keer voor Clarke. Die tekenaar pseudoniem van Frédéric Seron) kennen we voornamelijk van de komische reeks Melisande en Mister President, de persiflage op de Amerikaanse president. Clarke blijkt dus meer noten op zijn zang te hebben. Hij weet met eenvoudige penstreken, minimalistische achtergronden en een ingetogen kleurgebruik de juiste spanningssnaar te raken. De hoofdrol in het verhaal wordt gespeeld door Luna Almaden; een jonge blinde, op zich zelf wonende vrouw. Luna, die pienter van geest is, laat zich aanvankelijk door haar handicap een loer draaien. Als haar moeder onder verdachte omstandigheden overlijdt, heeft ze geen alibi. Haar verhaal klinkt zo onwaarschijnlijk dat ze daarmee de verdenking, die al op haar rust, vergroot. Het gegeven - een blind meisje in een misdaadverhaal - is al meermalen gebruikt in de filmindustrie. Niets is in zo'n film spannender dan een scène die zich in het donker afspeelt, terwijl je weet dat er zich figuurlijk en letterlijk duistere praktijken afspelen. Hoewel Clarke het enige malen met vrijwel zwarte plaatjes probeert, lukt het niet helemaal om een soortgelijke spanning op te roepen. Het verhaal is evenwel tot op ruim driekwart interessant genoeg om op die manier de aandacht vast te houden. Als eenmaal duidelijk is hoe de vork in de steel zit, loopt het wat voorspelbaar en sissend af. Toch mag dit auteursduo door naar de volgende ronde. De vraag is alleen of Lapière voldoende tijd kan vinden om naast goedlopende reeksen als Luka en Charly een nieuw aantrekkelijk verhaal voor Clarke te schrijven.