Georges Bess tekende in de jaren 1988-1993, op scenario van Alexandro Jodorowsky, de indrukwekkende reeks Blanke Lama over het Tibet aan het begin van de 20e eeuw. Zijn voorliefde voor het mystieke Tibet heeft Bess nooit losgelaten en een nieuw epos is in de maak. In een tijdloos decor schetst Bess, ditmaal ook als verteller, het fascinerende beeld van een klein weesmeisje dat al haar levenskracht gebruikt om de wraakoefening op de moordenaars van haar familieleden voor te bereiden, waarmee ze indruist tegen de boeddhistische aanvaarding van het lot. Pema Ling is een meisje dat zielsgelukkig leeft met haar vader, volwassen broer, zus en andere verwanten. Als nomaden leeft de kleine gemeenschap in de ruige bergen van Tibet. Vader Tsanga is kunstenaar, vrij in zijn denken en provocatief tegen de lokale machthebbers. Deze vrijheden worden hem fataal. Op beestachtige manier wordt de familie in een hinderlaag gelokt en afgemaakt door een aantal lokale despoten. Als door een wonder ontsnapt de kleine Pema Ling met haar oom Sonam die in het vervolg als haar reddende engel optreedt. Sonam, een gebochelde verschoppeling, sleept haar mee naar het klooster waar Pema Ling, geknipt als jongen en onder de dekmantel van een jongensnaam, het klooster betreedt en in de leer gaat bij oom Akoe Jigma die Lama is. De kleine Tilen-Pema Ling is getraumatiseerd door de vreselijke gebeurtenissen en besluit voorlopig niet te spreken. In de beslotenheid van het klooster went ze langzaam aan de patronen van de dag. Het kloosterleven is een steeds terugkerend patroon van studeren, bidden, mediteren en schilderen van Boeddhistische iconen. Maar Pema Ling is er eenzaam en ongelukkig. Alleen in de bergen, waar ze de geiten hoedt, proeft ze iets van de vrijheid en de mogelijkheid haar leven zelf in te richten. Gefascineerd volgt het meisje de monniken die elke dag urenlang gevechtstechnieken onderwezen krijgen. Niet de weg van de meditatie en acceptatie van haar wrede lot maar de weg van de wraak houdt haar staande. Als krijger wil ze terugkeren naar de wereld buiten het klooster. Bess neemt de lezer volledig mee in zijn verhaal, neemt alle tijd om zijn verhaal vorm te geven. Zijn vertelling is niet lineair maar vol flashbacks, kleine subtiele zijwegen en Tibetaanse levenswijsheden die wonderlijk genoeg het verhaal niet in de weg staan maar van een gelaagdheid voorzien die bewondering wekt. Dat Bess een begenadigd tekenaar is was al langer bekend, een talent dat in een meegeleverd schetsboek ook nog zeer overtuigend getoond wordt. Bess' kleurgebruik is daarbij iets heel bijzonders. Als een cameraman plaatst hij op verschillende momenten kleurfilters op zijn lens waardoor complete pagina's in geel, roze of roestbruin worden ingekleurd. Het wonderlijke Tibet wordt er nog mysterieuzer door. Pema Ling is een absolute aanwinst voor de stripwereld.