Plankgas en Plastronneke voert de lezer terug - voor zover de leeftijd dat toestaat natuurlijk - naar de tijden van De Kapoentjes en andere typisch Vlaamse ke'tjes zoals Piet Fluwijn en Bolleke, Kwik en Flupke, Amadeus en Seppeke, Stropke en Flopke en als hoofdke'tjes Suske en Wiske. En daarbij is niet alleen de naamgeving deels overeenkomstig maar ook de inhoud en de tekenstijl komen akelig dicht in de buurt. De strip is als pretentieloos vermaak gericht op een jong publiek. Het bezit een grappenniveau dat vergelijkbaar is met dat van Klein Suske en Wiske alhoewel het dat ook af en toe ontstijgt. De paginagrappen van Urbanus, in het bevolkingsregister bekend als Urbain Servranckx, ontberen regelmatig een echte pointe maar, zo zal gedacht worden, zal de jonge lezer dit ook niet echt missen. Dirk Stallaert die 'Sleense' tekeningen verzorgt, is hierbij goed op dreef. Plankgas is een punkachtige puber met rood haar, oorbel en een mechanisch kunstbeen; zijn dikkige en dus slimmere vriendje Plastronneke is standaard voorzien van studentikoos rond brilletje, stropdasje en strak scheidinkje. Ze belanden meestal door een onbedwingbare nieuwsgierigheid, de behoefte om aan alles mee te doen en soms simpelweg het noodlot in onschuldige situaties die hun schrammen, blauwe ogen of ander ongeluk bezorgen. Een goed Vlaams gebruik is in ere hersteld.