Als José Chamblin in 1873 het ouderlijk huis in Haïti verlaat om met de boot naar Brazilië te vertrekken wordt hij vervloekt door zijn vader. Zijn enige bezit is een bosje rode pepers, hem toegestopt door de trouwe bediende Margarita. In de haven van Colon verandert José van gedachten en hij besluit mee te werken aan een groot, maar uiterst moeizaam avontuur: het graven van het Panamakanaal. Dan wordt een medearbeider met de naam President onterecht beschuldigd van het leiden van een opstand en geëxecuteerd. José helpt de familie van President die zich onder meer in leven houdt met het verbouwen van de rode pepers en hij trouwt uiteindelijk met Rose, de dochter van President. Als in 1914 na veel moeilijkheden het Panama-kanaal wordt geopend, gaat José met zijn oudste zoon Manuel naar Panama City om met het gespaarde geld een stuk land te kopen. Voordat hij dit plan kan realiseren wordt hij beroofd en vermoord. Rose besluit dan met de rest van het gezin te vluchten en zij vestigen zich in de wildernis waar zij het dorp José Pobre stichten. Na een aantal gelukkige jaren, waarbij de familie zich uitbreidt met 27 kleinkinderen, wordt Manuel tijdens het vissen verrast door noodweer en hij verdrinkt. Rose, oftewel grootmoeder Abuela, denkt dat de vervloeking nooit zal eindigen... De inmiddels 74-jarige maestro René Follet laat met de prachtige verbeelding van het boeiende en romantische familiedrama van de ontdekkingsreizigster Jéromine Pasteur zien dat hij in zijn schilderachtige stijl nog steeds onovertroffen is.