Het Donjon-epos 'woekert' door. Na verschillende reeksen als Ochtendgloren, Avondschemer, Zenit en Parade komen in de serie Donjon Monsters bijpersonages aan bod. In Jan-Jan de boeman raakt Willem van Dattum in een herberg verzeild waar in tijden al geen behoorlijk maaltijd is geserveerd. Dat wil zeggen, een maaltijd die bestaat uit gasten, want die belanden gewoonlijk als bezoeker van het etablissement, dat door vijf hongerige en ongeduldige kannibalistische monsters word bestierd, op het menu van de dag. De onfortuinlijke 'reizende zakenman' Willem van Dattum is reeds als een superrollade ingesnoerd als gelukkig het leger binnenvalt. De herberg wordt tot de grond afgebrand en de herberg-monsters ondernemen op aanraden van Willem de tocht naar de donjon, door hem aanbevolen als het paradijs voor monsters. Jan-Jan de barbaar wordt intussen in tweeën gehakt, maar leeft als twee-eenheid door, het afgehakte hoofd van Willem van Dattum fungeert een tijdje als sprekende hoed van het monster Grogo, maar uiteindelijk loopt alles nog redelijk af, wordt Willem weer met zijn hoofd verenigd en lijken de monsters gelukkig te worden in de donjon. Dit alles en nog veel meer. Joann Sfar en Lewis Trondheim tekenden als scenaristen voor de gebruikelijke absurde humor, de hilarische dialogen, de ongebreidelde fantasieën en het 'over-de-top'-geweld. De geraffineerd-eenvoudige, helder gekleurde tekeningen in Donjon-stijl zijn deze keer afkomstig Mazan, pseudoniem van de Franse tekenaar Pierre Lavaud.