In het midden van Nowhere is een pastiche op de aloude 19e eeuwse western en gaat verder, daar waar de cowboy die sneller schiet dan zijn schaduw de grens heeft gelegd. Het dwaze thema van het eerste deel van deze serie zet de toon voor een reeks geflipte westernavonturen. De sullige Elmore Edison, afkomstig uit een arm milieu, staat op het punt in het huwelijk te treden met de oerlelijke en oliedomme erfgename van een levertraanwafelbakker, Aan de vooravond van dit huwelijk ontdekt Elmore's vader dat zijn geluksknoop aan zijn broek ontbreekt. Die knoop is door een voorvader gesneden uit het kraakbeen van de uiterst zeldzame zeiloorzalm. Elmore begrijpt dat zonder die knoop een familietraditie zou worden verbroken en dat zijn huwelijksbelofte moet wachten op de resultaten van zijn queeste naar het onherbergzame Nowhere. Zijn metgezel is een misantropische ezel, die permanent commentaar levert op de gebeurtenissen. De humor in dit karikaturaal getekende stripverhaal is recht-toe-recht-aan en waaiert alle kanten uit. Tekenaar Michel Constant is voor de ontwikkeling van zijn personages in dit verhaal duidelijk beïnvloed door Philémon-auteur Fred; scenarist Jean-Luc Cornette debuteerde in 1989 bij het weekblad Robbedoes. Zijn samenwerking met Constant heeft in 2003 geleid tot de reeks Red River Hotel die is uitgebracht bij Glénat. De verrassende wijze waarop dit tweetal in het eerste deel van deze reeks opereert, wekt verlangen naar het vervolg.