De tweede druk - oplage 6000 - ligt inmiddels in de winkel. De eerste druk van Strips in stereo - 2000 exemplaren - vloog weg na een wat aarzelend begin. Een commercieel succes, dat idee van Jean-Marc van Tol en Gerrit de Jager om veertien tekenaars veertien bekende Nederlandse liedjes te verstrippen en in een boek met cd te stoppen. Het boek is ook een artistiek succes geworden. Mooi nostalgisch vormgegeven als de binnenhoes van een oude langspeelplaat, compleet met kreukels een stickertjes. Het lelijke plastic hoesje waarin de cd zit detoneert er helaas een beetje bij. Als de crême de la crême van de Nederlandse striptekenaars aan de gang gaat mag de lezer wat verwachten. Die wordt niet teleurgesteld: van de spetterende eerste plaat van Gerrit de Jager (Kom van dat dak af) tot en met de laatste tamelijk gruwelijke tekening van Jean-Marc van Tol (Dinge-dong) krijgt de lezer fraai tekenwerk voorgeschoteld, naast soms heel interessante visies op de liedjes die als algemeen bekend mogen worden verondersteld. Prachtig om weer eens iets nieuws te zien van de 73-jarige meester Thé Thong-Khing. Jammer dat uit het 'ondeugende' lied van Johnny Hoes - Haar sneeuwwitte boezem - hij het couplet over Blonde Sjaan bij het illustreren heeft overgeslagen. Peter Pontiac associeert vrij bij de lofzang Meisjes van Raymond van het Groenewoud, Joost Swarte is zoals gewoonlijk effectief inventief bij zijn uitbeelding van Naakt en kaal. Erik Kriek sluit met zijn sfeervolle verstripping van Malle Babbe perfect aan bij de kritiek die Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot uitdragen op het burgermansfatsoen, terwijl Hanco Kolk op een ontroerend gevoelige manier het langzaam oplossen van herinneringen in beeld brengt. Teleurstellend is de bijdrage van Hein de Kort die blijkbaar door alleen de titel van Jeroen Zijlstra's lied Je bent zo lekker lelijk werd geïnspireerd en zich verder te weinig aan het lied gelegen liet liggen. Ook de bijdrage van Dick Matena valt tegen. Het tekenwerk is een lust voor het oog, maar Matena, die de ironie van Gerard Reve zo goed aanvoelt in zijn verstripping van De avonden, heeft het niet aangedurfd om de onvervalste tranentrekker Ketelbinkie van Frans van Schaik serieus te nemen. Met het melige verhaal en de 'grappige' commentaren die hij over het zeemansdrama heeft gegoten is het lied onrecht aangedaan. Dat zal vooral veel Rotterdammers verdriet doen.