Is het echt nodig om bij vertaalde manga's de originele leesrichting 'van achteren naar voren en van rechts naar links' - zoals staat vermeld in de boekjes als een soort variant op die bekende regel uit een carnavalskraker - aan te houden? Ook bij het eindelijk in Nederland uitgebracht populaire Shaman King van Hiroyuki Takei is dit het geval. Natuurlijk is het leerzaam te ondervinden hoe Japanners boeken lezen, maar het verhoogt wel de drempel om een manga aan te schaffen. Het aanhouden van de in het Westen gebruikelijke leesrichting zal heus geen afbreuk doen aan het 'manga-gevoel'. Want dat manga's net even iets anders zijn, blijkt ook uit Shaman King, een zogeheten shonen-reeks (avontuur, spanning of fantasie). De emoties lopen hoger op, de humor is wat schreeuweriger (soms ondoorgrondelijker) en het leestempo ligt door de snelle scènewisselingen hoger dan bij Europese actiestrips. Geen wonder dat de cartoonstrip Shaman King populair is bij de huidige jeugd, opgegroeid met de animatie tv-zenders Fox Kids/Jetix en Nickelodeon. De serie draait om de 13-jarige jongen Manta Oyamada en zijn leeftijdsgenoot Yoh Asakura, die een sjamaan blijkt te zijn. Yoh kan een verbinding leggen met de 'andere wereld' om boodschappen van overledenen over te brengen, te communiceren met goden, engelen en bosgeesten, en de krachten te bundelen voor eventuele gevechten. Met hulp van Amidamaru, de geest van een samoerai, tracht hij de titel van Shaman King te veroveren. Dat levert natuurlijk genoeg stof op voor talloze avonturen en in dit eerste deel van Shaman King staan acht episoden. Wie de moeite neemt om zich open te stellen voor de Japanse manier van vertellen krijgt er een flitsende actiestrip voor terug.