Leuk contrast: het meisje Peculia leeft in een griezelwereld, maar lijkt immuun voor de angsten die alle zombies, monsters, heksen en waanzinnige wetenschappers bij haar omgeving teweeg brengen. Peculia ervaart hooguit een soort naïeve verwondering. Misschien wel omdat het altijd weer prijs is: ze hoeft maar een stap buiten de deur te zetten of de griezelwereld ontrolt zich. In elk donker bos leven monsters, in elk verlaten kasteel woont een gevaarlijke gek. En Peculia? Die drentelt gewoon voort, blootsvoets in haar zwarte minijurkje. Is dat niet de ultieme vorm van gothic, alle satanische waanzin als vanzelfsprekendheid accepteren? Richard Sala, stripmaker en illustrator voor onder meer Raw, Playboy, MTV en The New York Times, vertelt de korte Peculia-verhalen droogjes, met altijd weer haar butler Ambrosius als nonchalante reddende engel. De centrale verhaallijn is telkens dezelfde: de mysterieuze maskerman Obscurus stuurt zijn hulpje Justine achter Peculia aan om haar te ontvoeren, want Peculia zou een oude bekende van hem zijn. De precieze relatie blijft onduidelijk, al bezoekt Obscurus er zelfs een psychiater voor. Daarmee is hij de absolute tegenpool van de onbezorgde Peculia. De contrastrijke verhaaltjes worden door Sala opgetekend in een gravureachtige zwart/wit-stijl, die de eigenzinnigheid van de strip accentueert. Toch oogt het alles behalve gedateerd, want de Amerikaan overgiet zijn werk met een hip Fantagraphics-sausje. Wat je hooguit mist zijn de emoties van Peculia zelf. Zelfs wanneer twee dienstmeiden haar uitkleden, wassen en mee naar bed nemen, blijft Peculia de nuchterheid zelve. Sala laat het aan de lezer over om daar de juiste gevoelens bij te ervaren.