Het plot van Teufel is eenvoudig en er lijkt in eerste instantie geen enkele noodzaak om het uit te spreiden over die enorme hoeveelheid van 256 pagina's: de balans in de liefdesrelatie tussen de twee tegenpolen Tomoyo en Miyako slaat uit naar de duistere kanten van de duivelse Tomoyo. De lieve Miyako laat zich hoe langer hoe meer van haar slechte kant zien en ze krijgt zelfs gewelddadige trekjes. De gebeurtenissen in het boek zijn onverwachts, maar liggen wel in een lijn die eerder samenhangt met karakterontwikkeling dan met een avontuurlijke vertelling. Mark Hendriks hanteert zijn eigen vertelstijl en die lijkt weinig op die van de gevestigde striptradities. Dat hij daarbij zo veel pagina's gebruikt is eigenlijk alleen maar prettig, want sfeer en personages beklijven nou eenmaal beter in een trager tempo. Het tekenwerk is niet minder eigenzinnig. Soms herhaalt Hendriks plaatjes om een sleur weer te geven (bij de eindeloze herhaling op televisie van manga's) en lijkt hij een luie tekenaar, terwijl hij zich op andere momenten uitslooft in ingewikkelde patronen van kimono's of een nachtelijk stadsgezicht. De hoofden zijn doorgaans emotieloos, statisch en monotoon. Onder alle omstandigheden is dat hinderlijk in een beeldverhaal, maar in dit geval geeft het de karakters een mysterieuze ondoorgrondelijkheid waardoor context, actie en conversatie nog meer nadruk krijgen. Bovendien maakt het de zeldzame momenten dat een gezicht wel met emotie wordt neergezet erg sterk. Het is onmogelijk om de eigenheid van Hendriks' werk in woorden te vangen. Een vergelijking met andermans werk zou de auteur te kort doen, want het is duidelijk dat Hendriks al lang de weg van grote zwart/wit-kunstenaars als Hugo Pratt heeft verlaten. Het oeuvre van Hendriks dreigt daarmee een genre op zich te gaan worden. Hij hanteert een eigen logica en die blijkt te werken, want het is hem ook nu weer gelukt een boeiende strip te maken.