Sinds een paar jaar is de serie Meneer Johan van het Franse duo Philippe Dupuy en Charles Berberian ook in Nederland en Vlaanderen zeer populair. Onlangs werden zij geëerd met een grote overzichtstentoonstelling in Leuven. Ter gelegenheid hiervan liet uitgeverij Oog & Blik twee nieuwe uitgaven verschijnen: het nieuwe, vijfde deel van Meneer Johan en Dagboek van 'n strip. Dagboek van 'n strip verscheen oorspronkelijk in 1994 bij L'Association, een kleine Franse uitgeverij die een paar jaar eerder was opgericht door een aantal jonge stripmakers. Dupuy en Berberian waren onder de indruk van hun uitgavebeleid: de auteurs konden persoonlijke verhalen maken, zonder zich te hoeven beperken in de lengte van hun verhalen. Op deze manier wilden zij zelf ook graag een keer te werk gaan. Op dat moment waren er twee albums van Meneer Johan verschenen met korte verhalen. Dupuy en Berberian hadden met plezier aan deze boeken gewerkt, maar ze wilden met deze strip meer de diepte in en langere verhalen gaan maken. Terwijl zij aan Meneer Johan 3 werkten (Vrouwen en kinderen eerst) maakten zij tegelijkertijd Dagboek van 'n strip. Hierin wilden zij laten zien hoe Vrouwen en kinderen eerst tot stand was gekomen. Meneer Johan is een serie over alledaagse gebeurtenissen, waarvoor de auteurs als basismateriaal hun eigen ervaringen gebruiken. Die zijn niet altijd even prettig, maar in Meneer Johan blijft de toon van de verhalen luchtig en wordt met elegante lijnen een tamelijk idyllisch Parijs weergegeven. Dagboek van 'n strip is een belangrijk boek voor de ontwikkeling van het oeuvre van Dupuy en Berberian geweest. Het heeft zeker invloed gehad op wat ze hierna zouden maken, het duidelijkst misschien in De filosofieën van Felix, maar ook in hun gewone Meneer Johan-reeks. Alhoewel ik het met zeer veel plezier en soms hardop lachend heb gelezen is Dagboek van 'n strip minder luchtig van toon dan de eerste Meneer Johans. De verschillende episodes werden getekend in zwart/wit en Dupuy en Berberian werkten niet samen aan de pagina's, maar tekenden om beurten een episode. In tegenstelling tot hun reeksen (Meneer Johan en het niet vertaalde Henriette) konden Dupuy en Berberian zich bij hun 'dagboek' permitteren om te experimenteren. Dupuy ging door een dal ten tijde van het werken aan deze strip. Hij kwam in een relatiecrisis terecht, zijn moeder lag op sterven en hij twijfelde over zijn talent. Dupuy verwerkte die ervaringen in zijn leven in een aantal indrukwekkende episodes van dit boek. De elegante lijnvoering maakt plaats voor een schreeuw op papier. Terwijl Dupuy er zijn eigen zorgen in kwijt kon was voor Berberian het werken aan Dagboek van 'n strip meer een verkenning van het medium strip. Tegelijkertijd relativeert hij zijn belang als striptekenaar in hoofdstukken over signeersessies en interviews. Heel grappig is de scène waarmee het boek opent en waarin een taxichauffeur prachtig verwoordt hoe de meeste mensen tegen het medium strip aankijken. Als Berberian hem antwoord geeft op de vraag wat hij voor de kost doet en deze antwoordt met: 'Ik ben tekenaar, ik maak stripverhalen', reageert de chauffeur met: 'Ah, ik snap het. Je maakt van die flauwekul'. Dat stripverhalen helemaal geen flauwekul zijn en dat je met het medium heel zinnige en heel persoonlijk dingen kunt uitdrukken is al meer dan eens bewezen. Dupuy en Berberian doen dat opnieuw in deze schitterende uitgave.