Vier delen voor vier personages. Met elkaar vormen ze een roversbende die zich onder leiding van James Orwood de Golden Dogs noemt. James bedacht de naam doordat ze door het stelen 'rijke wilde honden' werden. Dit eerste deel gaat over Fanny en door haar ogen beleven we het verhaal. Zij verdient als prostituee de kost, totdat zij Orwood ontmoet. De derde persoon is Lucrece Mollins, een ter dood veroordeelde, die door de anderen wordt gered. De vierde persoon is Lario, een Italiaanse operazanger, die op de vlucht geslagen is, omdat hij heeft gemoord. Ze stelen van de Londense rijken rond het jaar 1820, maar volgens Fanny is een van hen een verrader en heeft dat de groep uit elkaar doen vallen. Maar wie dat is en wat er achter het verraad zit, weten we pas aan het eind van deel vier. Dit eerste deel van Golden Dogs leest lekker weg, maar het scenario van Stephen Desberg oogt gekunsteld. Het tekenwerk van Griffo oogt wat rommelig en gehaast. Aan het minimalistische decor had hij wel meer aandacht kunnen besteden. Daarentegen zijn de vele gefotoshopte portetten met kattenkoppen te veel van het goede.