De eerste stripverhalen van Ketelbinkie verschenen al kort na de oorlog in de krant. Wim Meuldijk bedacht de verhalen en tekende ze ook. Ketelbinkie was een scheepsjongen uit Rotterdam die vriendelijk van aard was en grote krachten bezat dankzij professor Steekneus die de kracht van een grote mensaap per abuis bij Ketelbinkie injecteerde. Meuldijk maakte de strip tot 1957. Later is de serie nog enkele jaren in Donald Duck voortgezet als ballonstrip (1973-1979). De tekeningen van deze laatste verhalen zijn verzorgd door Jan van Haasteren en Jan van der Voo. Nu, zo'n veertig jaar daarna, is het de jonge uitgeverij Favoriet die onder de verzamelnaam Jan van de Voo collectie, opnieuw Ketelbinkie het stripdaglicht laat zien. Jan van der Voo is waarschijnlijk net iets bekender door zijn Pipo de clown-strips die hij eveneens op scenario van Meuldijk tekende. In dit Ketelbinkie-album staan twee verhalen opgenomen. In het eerste - De frietvulkaan - belandt hij op een eiland waar piraten en zeemeerminnen wonen en een vulkaan verse friet in plaats van lava lijkt te produceren. Mooi is de thuiskomst van Ketelbinkie na afloop van dit avontuur; ondanks dat hij weken zonder afmelding verdwenen was, komt Ketelbinkie weg met de melding dat het pontje een beetje vertraging had en schuift hij bij zijn ouders aan tafel aan voor een bordje hutspot. In Het krieltoernooi belandt hij per ongeluk aan boord van een luchtballon en wordt hij in het rijk Asnia tot koning gekroond. Daar moet hij de strijd aangaan met de vorsten van Osnia, Isnia en Usnia die natuurlijk allemaal vals spelen in tegenstelling tot brave borst Ketelbinkie. Deze uitgave is bij uitstek geschikt voor de nostalgische striplezer/verzamelaar. Maar de verhalen zijn te gedateerd om veel nieuwe lezers te bereiken.