Dit boeiende tweeluik verhaalt over de avonturen en de ondergang van de beruchte gebroeders Dalton in de periode 1887-1892. Aan het einde van de 19e eeuw krijgen banken en spoorwegmaatschappijen steeds meer invloed op de economie van de Verenigde Staten en dit gaat ten koste van de kleine groep grondbezitters. In het deel De eerste dode leren we de broers Dalton kennen als wetsdienaren. Wanneer marshall Frank Dalton tijdens zijn dienst wordt doodgeschoten stelt Bob, eveneens marshall, zijn jonge broer Emmett aan als zijn adjudant. En ook de oudste, Grattan, dient het gezag. Het zware werk, het lage salaris en het gebrek aan waardering zijn voor de broers uiteindelijk aanleiding om hun ster in te leveren. Via verkeerde vrienden komen ze dan bij een bende terecht en daarna gaat het van kwaad tot erger. Als hun broer Grattan terugkomt uit Californië gaan ze zich toeleggen op treinovervallen en daar gaat het in deel twee De laatste dag over. Met deze aanslagen op het treinverkeer bouwen de Daltons een geduchte reputatie op. Bij de gewone man ontmoeten ze zowaar enige sympathie omdat de 'spoorwegen zich met de hulp van de staat hebben verrijkt over de ruggen van de Amerikanen'. Olivier Visonneau heeft de geschiedenis van de Dalton-gang waarheidsgetrouw gevolgd en deze bewerkt tot een meeslepend verhaal. De sfeervolle tekeningen van Jesús Alonso verlenen het scenario extra dynamiek.