Kromneus is een episode uit het leven van Willem de Hebreeër, bijgenaamd Kromneus, opgetekend door de oude monnik en voormalig compagnon Bernardo. Beide mannen ontmoeten elkaar voor het eerst in het jaar 797 in het fort Cardona, in het huidige Catalonië. Het fort is dan in bezit van de Saracenen. De plaatselijke heerser (Wali) biedt er onderdak aan Witgar, een Frankische koningin, die haar sadistische echtgenoot Guiford, koning van Bourgogne, ontvlucht is. Aan Kromneus, gunsteling van keizer Karel de Grote, de taak om de voorvluchtige Witgar naar de keizerstad Aken te brengen. Het duurt even voor de lezer de puzzelstukjes van dit gegeven kan leggen want Hélène Herbeau, die het scenario van Jérôme Charyn uitwerkte, is behoorlijk summier in het leggen van alle verbanden. Wat volgt is in ieder geval een lange en bloedige tocht over de Pyreneeën richting het Roomse Rijk. De sluimerende hartstocht tussen Kromneus en Witgar blijft tot de laatste plaat in de lucht hangen. De geschilderde platen van Manu Civiello zijn af en toe best fraai, vooral de panorama's en overzichtsplaten, maar vaak genoeg overtuigen ze niet. Het slagveld wordt een onoverzichtelijke kluwen van figuren, de platen raken snel overbevolkt en dichtgesmeerd. Ook zijn vrouwelijke personages zijn niet bepaald stijlvast.