In weekblad Spirou loopt al enige tijd de erg geestige, vindingrijke strip Imbattable van de Franse illustrator-striptekenaar Pascal Jousselin. De hoofdrol wordt gespeeld door Onklopbaar, 'de enige echte superstripheld'. Dat moet letterlijk worden opgevat want hij maakt steeds op inventieve wijze gebruik van de stripkaders, tekeningen en de striptaal op de pagina's om problemen op te lossen. Daarbij treedt Onklopbaar regelmatig buiten de kaders. Zo zit bij een grap in het eerste plaatje een poes miauwend in de boom en haalt Onklopbaar de poes eruit door het beest in een plaatje eronder door de kaders heen uit de boom te tillen. Onklopbaar heeft zijn eigen Robin in de persoon van Jan Peter, ook wel 2D-Boy genaamd, en er komen natuurlijk aartsvijanden voorbij, zoals De Grappenmaker en de krankzinnige geleerde. Verder loopt er een overijverige burgemeester rond die Onklopbaar de nodige hoofdbrekens bezorgt. Deze knipoog naar het superheldengenre wordt in Nederland voorgepubliceerd in Eppo. Daar heette de strip in eerste instantie Kaderman, maar uiteindelijk heeft Dupuis ervoor gekozen om de letterlijke vertaling van Imbattable als titel te gebruiken. Jammer, Kaderman paste goed bij het spitsvondige karakter van de serie, waarvan nu dus het eerste deel in albumvorm is verschenen. Maker Jousselin past met Imbattable in een rijtje stripauteurs die in hun werk inventief met het medium strip omgaan. Bekende voorbeelden zijn Winsor McCay, Harvey Kurtzman, Fred en Marc-Antoine Mathieu. Maar ook iemand als Peter de Wit speelt in Sigmund geregeld met balloons, kaders en onomatopeeën. Van Imbattable is in het Frans al een tweede deel verschenen; hopelijk wordt dit deel van deze strip voor fijnproevers snel vertaald.