Sinds de tandem Didier Conrad (tekening) & Jean-Yves Ferri (tekst) het stokje van Albert Uderzo hebben overgenomen heeft de serie Asterix weer wat glans teruggekregen. Na De Picten, De papyrus van Caesar en De race door de laars is dit najaar van hen avontuur nummer vier uitgekomen: De dochter van de veldheer. Daarin blijkt Julius Caesar achter Adrenaline, de dochter van de verslagen Gallische veldheer Vercingetorix, aan te zitten. Hij wil haar in Rome een Romeinse opvoeding gegeven en de torque afpakken die zij van haar vader heeft gekregen. Dat is een Keltisch halssieraad waarvan Caesar bang is dat het uitgroeit tot het symbool van hernieuwd verzet onder de Galliërs. Adrenaline wordt uit voorzorg tijdelijk ondergebracht in het dorp van Asterix en Obelix. Zij is een typisch lastig pubermeisje dat weinig moet hebben van de wereld van de volwassenen, meidenkleren niet leuk vindt ('want niet gothic') en al helemaal niet bezig is met een nieuwe revolte tegen de Romeinen. En als het haar helemaal niet bevalt, dan loopt ze weg (wat natuurlijk uiteindelijk gebeurt met hulp van andere jongeren uit het dorp). Uiteindelijk ontspint zich een klassiek Asterix-avontuur met onder meer een slechterik (een overgelopen Galliër), de ruziënde smid en visboer, falende Romeinen, zinkende piraten en leuke actuele (taal)grappen. Lichtjes stippen de makers de milieuproblematiek aan, waar de jongeren zich vooral druk over maken. Obelix bij voorbeeld wordt gemaand te stoppen met de jacht op everzwijnen want anders sterven ze uit ('Wat is er mis met overconsumptie van everzwijnen?', luidt zijn woedende reactie). Adrenaline lijkt ook wel wat op de zestienjarige klimaatactiviste Greta Thunberg, boegbeeld voor veel jongeren. Toch bezweren Ferri en Conrad in diverse interviews dat dat toeval is. De dochter van de veldheer is amusant maar minder scherp dan de vorige delen. Dat heeft voor een deel te maken met de keuze om ditmaal jongeren centraal te stellen en allerlei opvoedkundige aspecten (Mag een pedagogische tik? Hoeveel vrijheid bied je een puber?) centraal te stellen. Je zou het als een zachtaardig Asterix-avontuur kunnen bestempelen. De vertaling is overigens niet gedaan door 'good old' Frits van der Heide, maar door Margreet van Muijlwijk. Die kennen we nog als auteur van Rare jongens, die Europeanen! - Het leven van Asterix in het echt en van haar betrokkenheid bij uitgeverij Novedi.