Er is geen vak waar opportunisme zo welig tiert als in de reclamebranche. Dat vindt Frank Pels, voormalig Reclameman van het Jaar (in 1995 alweer), medeoprichter van het succesvolle bureau PPGH/JWT en twintig jaar lang commentator van het vak met een wekelijkse strip De opportunisten in reclamevakblad Adformatie. Daarvan is nu een soort follow-up verschenen, getiteld Nog één keer vlammen. Pels' stripcolumns waren berucht, want menig reclamemaker werd door hem gretig gekielhaald. Doorgaans met fictieve maar eenvoudig herleidbare namen, dus wist iedereen in het wereldje precies wie er werd bedoeld. Daarbij spaarde de columnist niemand, net zoals Ben Bits en later Peter Breedveld in Stripschrift. De opportunisten staat inmiddels niet meer in Adformatie, maar Pels vond het blijkbaar tijd voor een knallend slotakkoord. Het boek Nog één keer vlammen gaat net als zijn stripcolumns over de zelfingenomen bureaubaas Willy Broertjes. Hij gaat met pensioen en worstelt met het lonkende zwarte gat. Daarbij verliest hij zichzelf in drank, vreemdgaan en tal van babyboom-hobby's zoals schrijven, schilderen en vissen. Het maakt van Willy geen fijner mens, dus loopt zijn zoveelste huwelijk op de klippen. De ijdelheid en geldingsdrang heerst onverminderd, dus start Willy samen met enkele bevriende reclamemakers en eveneens afgezwaaide bureaubaasjes een nieuw bedrijf. Dit zelfbenoemde 'ouwelullenbureau' lijkt aanvankelijk vooral bedoeld om het jetset-leventje van weleer te kunnen blijven leiden, maar resulteert al vrij snel in grote successen. Zelfs het reclamefestival in Cannes wordt veroverd, iets waar vrijwel alle Nederlandse bureaus de laatste jaren alleen maar van kunnen dromen. Pels, begiftigd met een groot talent voor copywriting, tekent het allemaal op met herkenbare anekdotes en pakkende dialogen vol bravoure, schaamteloosheid en vooral opportunisme. De oude knarren blijken nog prima mee te kunnen en scoren moeiteloos een aantal virale hits op social media. Pels lijkt te willen zeggen dat goede ideeën tijdloos zijn, maar dat ze bovenal vragen om lef. En hoe onuitstaanbaar hoofdpersoon Willy ook mag overkomen: lef valt hem niet te ontzeggen. Al ligt opportunisme altijd op de loer. Toen ik Nog één keer vlammen begon te lezen ergerde ik me aanvankelijk kapot aan Willy Broertjes. Een zelfingenomen hufter die zijn (klein)kinderen negeert en vooral achter zijn pik aan loopt. Al het slechte van het reclamevak lijkt in deze persoon verenigd. Zodra hij echter zijn oude stiel weer oppakt, leeft hij op en wordt hij weer écht grappig. De ergernis legt het uiteindelijk af tegen de luide lach. Hilarisch en treurig tegelijk is het hoofdstuk waarin de stomdronken oude bureaubazen een hotelkamer slopen in hartje Cannes. Inclusief hoertjes, lijntjes coke en veel vuilbekkerij. Overdreven of niet, ook deze uitwassen kenmerken de reclamebranche. Frank Pels heeft het allemaal opgetekend om het vak ermee te confronteren. Is dit boek ook leuk voor buitenstaanders? Gedeeltelijk. De manier waarop pensionado Willy probeert te ontsnappen aan het gevreesde zwarte gat is redelijk universeel. De vele vakdiscussies zijn dat een stuk minder. Wat daarbij ook niet meehelpt is de storyboard-achtige tekenstijl van Pels. Mooi is het niet. Bovendien verliest de copywriter zich geregeld in veel te grote tekstballonnen. Het verhaal gaat dat hij zijn schetsmatige strips per fax aanleverde op de redactie van Adformatie. Die methodiek lijkt nu niet toegepast, getuige het toepassen van steunkleuren en arceringen, maar het blijft allemaal wat rudimentair. Vooral bedoeld dus voor fijnproevers uit de reclamewereld.