Knock out! is het verhaal van Emile Griffith, bokser en wereldkampioen in drie gewichtsklassen, die met tegenzin de ring instapte. Liever had hij zijn vroegere werk voortgezet: het ontwerpen van elegante dameshoeden.
Dit onwaarschijnlijke, maar ware gegeven is in goede handen van Reinhard Kleist, gelauwerd striptekenaar en illustrator in Berlijn. Kleist heeft een voorliefde voor het in beeld brengen van complexe levens. Zo publiceerde hij eerder getekende biografieën van beroemdheden als Johnny Cash, Fidel Castro en Nick Cave, maar ook bracht hij een album uit over leven en dood van de jonge Olympisch atlete Samia Yusuf Omar. Uit Kleists oeuvre spreekt een geëngageerde blik die samengaat met een losse, zwierige stijl van tekenen en haast poëtische manier van vertellen. In dit album brengt de tekenaar in beeld hoe diverse vormen van uitsluiting op basis van kleur, sekse en seksualiteit werken; met recht een zware thematiek waarvan Kleist wonderwel de afschuwelijke kanten weet aan te stippen zonder dat je als lezer dreigt af te haken. In Knock out! maken we kennis met de jonge hoedenontwerper Emile, geboren op de Amerikaanse Maagdeneilanden en werkzaam in New York, nog voordat hij als bokser wordt ontdekt. Dat hij van mannen houdt, is in de bokswereld taboe. Een tegenstander komt achter zijn geheim en wanneer hij Griffith daarmee in de ring tijdens een gevecht in Madison Square Graden blijft tarten, slaat Griffith hard terug. Spoiler-alert: het blijkt een voor de tegenstander noodlottige stoot. De albumpagina gaat op zwart. Maar daarmee is Griffith niet van zijn kwelgeest af; die blijft hem de rest van zijn leven opzoeken. Dat levert een rauw en schrijnend verhaal op dat op wondermooie wijze is verbeeld. Het album sluit af met een aantal prachtige karakterstudies van Griffith en een uitleiding geschreven door een expert op het terrein van homoseksualiteit en homofobie in de sport. Als laatste bevat het boek een voetnoot, waarin de vertaler zich verontschuldigt voor mogelijk kwetsende termen in aanduidingen die vroeger voor kleur en geaardheid werden gebruikt. In zo'n integer gemaakt boek als dit is duidelijk dat dit niet Kleists persoonlijke woordkeuze is - en toch is het goed dat dit er staat, omdat het niet vanzelfsprekend is om kwetsende termen zonder meer opnieuw te herhalen.