In de zomer van 1992 wordt in de kelder van een Duits weeshuis een collectie schellakplaten en magneetbanden gevonden. Het blijkt om historische geluidsopnames te gaan van vooraanstaande personen uit het politieke en maatschappelijke leven in Duitsland, opnames die het (fictieve) uitgangspunt vormen van Stemmen in het duister. Alleen een oude bewaker blijkt over enige achtergrondinformatie te beschikken, informatie die doet vermoeden dat hij meer dan alleen een bewaker was. Deze Hermann Karnau vormt de mannelijke hoofdpersoon in de door de Oostenrijkse stripauteur Ulli Lust tot grafische roman bewerkte versie van Flughunde, de roman waarmee Marcel Beyer in 1995 zijn naam vestigde in de Duitse literatuur. In een beklemmende weergave nemen Lust en Beyer de lezer mee naar de Tweede Wereldoorlog. Karnau is een geluidstechnicus en stemonderzoeker die onder meer voor Joseph Goebbels werkt. Aanvankelijk wil hij het geluid van diens redevoeringen zo goed mogelijk helpen versterken maar zijn uiteindelijke wens is de menselijke stem vast te leggen om daarmee de mens te kunnen doorgronden. Hij noemt zichzelf een stemmendief; in het vaarwater van de SS raakt hij betrokken bij sinistere experimenten die inderdaad tot de laatste adem voeren. Door zijn professionele toewijding komt hij ook bij Goebbels thuis, krijgt contact met diens oudste dochter Helga - die uitgroeit tot de vrouwelijke hoofdpersoon - en haar zusjes. Hij volgt hen uiteindelijk ook naar een bunker, waar de weergegeven scènes onvermijdelijk doen denken aan de film Der Untergang - een ondergang waaraan de kinderen Goebbels door toedoen van hun ouders evenmin ontkomen. Bijna tot het laatst maakt Karnau geluidsopnames van 'de patiënt' (Hitler) maar ook van de kinderen, die daarin blijk geven van zowel naïviteit als angst en verdrongen ongeloof. Het geluid van de chaos en het geweld van de laatste maanden van het naziregime zijn, evenals de onthutsende ervaringen in de eerdere oorlogsjaren, op selectieve wijze vastgelegd door de ambitieuze geluidstechnicus. De vraag of Karnau daarmee medeplichtige was in plaats van getuige stelt hij zelf niet maar wordt impliciet opgeroepen door de ingehouden toon van deze strip. De tekenstijl van Lust blinkt niet uit door een soepele, realistische weergave maar de zeggingskracht wordt daardoor geenszins aangetast (al zou een bijbehorende soundtrack het beeindrucken van de lezer nog verder hebben kunnen versterken). Het passende omslagontwerp van Karida van Bochove sluit uitstekend aan bij de duistere sfeer die hier overheerst.