Na Glimlach 58 (de Wereldtentoonstelling van 1958) en Leopoldstad 60 (de onafhankelijkheid van Congo in 1960) hebben scenarist Patrick Weber en tekenaar Baudouin Deville hun derde historische strip over het België in de twintigste eeuw uitgebracht: Brussel 43. Opnieuw is er voor de realisatie een succesvolle crowdfundingoperatie aan vooraf gegaan. Dit derde deel speelt zich grotendeels af in het door de nazi's bezette Brussel van 1943. Net als in de twee andere albums is er in Brussel 43 is er een hoofdrol weggelegd voor Kathleen die dan twaalf jaar is. Haar vader Fernand werkt in een krantenkiosk en is een groot stripliefhebber. Een vriend van hem is tekenaar en vraagt hem om advies over een anti-Hitler-strip. Hij wordt echter in de gaten gehouden door een collaborateur en besluit uiteindelijk om onder te duiken en de strip ter bewaring bij Fernand af te laten afgeven. Dat loopt dramatisch af. Weber heeft opnieuw een sterk scenario afgeleverd waarbij hij fictie vermengt met historische gebeurtenissen, zoals de razzia's, het rexisme (een extreem-rechtse politieke beweging), de rantsoenering en de zwarte markt in de Marollen, het geallieerde bombardement in de kazernewijk van Elsene en Etterbeek en het uitbrengen van een satirisch nepnummer van de in de oorlog gecensureerde krant Le Soir. Achterin het album is nog een historisch dossier opgenomen. Tekenaar Deville hanteert een elegante klarelijn-tekenstijl in de geest van Edgar P. Jacobs. Een geslaagde vondst is het optreden van Jacobs als personage in de strip zelf. Hij koopt regelmatig een krantje bij de kiosk van Fernard en neemt zelfs Hergé een keer mee. Jacobs is in 1943 voor de Kuifje-tekenaar gaan werken. Editions Anspach heeft van Brussel 43, met de inkleuring door Berengere Marquebreucq, een mooi verzorgde uitgave gemaakt met wederom een opmerkelijke lage verkoopprijs. Achterop staat vermeld dat het nog te verschijnen vierde deel in deze serie zich in 1967 afspeelt.