Vanaf september 1939 waren Frankrijk en Duitsland officieel met elkaar in oorlog. Tot 10 mei 1940 bleef de oorlog een onwerkelijkheid, een angstbeeld dat door de Maginot-verdedigingslinie niet meer dan een fantasie had moeten blijven. Maar de Duitse inval in de Lage Landen en de voortvarende aanval op Frankrijk maakten op brute wijze een einde aan die verwachting. Het Franse leger trachtte waar mogelijk het vaderland te verdedigen tegen de snelle opmars van de goed geëquipeerde Duitse troepen. In een korte Blitzkrieg walsten de Wehrmacht en de Luftwaffe over hun tegenstanders heen waarmee Hitler medio juni zijn belangrijkste westwaartse expansie verwezenlijkte. Pascal Rabaté dompelt zijn lezers onder in de chaos en ontreddering die het gevolg zijn van de Duitse overrompeling van Frankrijk. De glooiende en bosrijke landschappen in een zonovergoten voorjaar hadden in betere tijden een passende locatie kunnen vormen voor een luchtig vakantieverhaal. Nu zijn ze ineens de achtergrond van een leger en een samenleving die tot hun eigen verbazing implodeert. Soldaat Amédée Videgrain raakt zijn eenheid kwijt en dwaalt door het land waar de oprukkende Duitsers zich zowel in de lucht als op de weg de baas tonen. Luchtaanvallen ontwijkend probeert hij zijn weg te vinden terwijl de wegen gevuld zijn met vluchtende burgers en vaak radeloos ogende militairen. Rabaté legt hem geen grote woorden in de mond over deze nederlaag of over de toekomst. Maar hij volgt Videgrain en zijn kameraden op de voet waarmee hij de nuchtere alledaagsheid en de absurditeit van de politieke situatie zeer navolgbaar maakt. In stemmige zwart/wit-tekeningen met wat ingehouden bruin als steunkleur en een enkele flashback schetst hij de ontreddering en overlevingsdrang van de gemobiliseerde soldaten. Nadat Duinkerken is gevallen beschouwt hun leidinggevende officier overgave aan de vijandelijke troepen als enige optie. In het tweede deel, dat eveneens in een verzorgde hardekafteditie is uitgekomen in het stripfonds van Concerto Books, probeert Videgrain zich te onttrekken aan de Duitse krijgsgevangenschap nadat duidelijk is geworden hoezeer de overwinnaars lak hebben aan de conventie van Genève. Op weg naar Parijs laat Videgrain een kameraad in de steek om zijn eigen hachje te redden. Heldendom blijkt ook in tijden van oorlog en capitulatie geen alom aanwezig fenomeen. Pascal Rabaté brengt dat overtuigend in beeld, voortbouwend op een soepele vertaling van Jan van Oudheusen.