‘Je verdient beter dan dit’, verzucht Huda na het afwijzen van haar eerste huwelijksaanzoek. Voor haar is dat een bevrijdende gedachte. Huda is de protagonist in het getekende boekje van Huda Fahmy, een Amerikaanse moslima. Zij liet eerder van zich horen in Yes, I’m Hot in This, een vrolijk boekje over haar leven als drager van een abaya. Als moslima hoort ze een hoofddoek te dragen en kleren die haar vormen verbergen, vindt Fahmy; die ook als ze Profeet schrijft daar altijd ‘vrede zij met hem’ aan toevoegt. In Dat kunnen we regelen verbeeldt ze haar (families) poging een geschikte echtgenoot te vinden. Gedwongen huwelijken zijn niet toegestaan in de islam, stelt Fahmy. Zo bijzonder is dat uithuwelijken trouwens niet, ook Jane Austen, een van Fahmy’s helden, kwam zo aan haar man. Op de basisschool, als tiener en student heeft Huda weleens een crush voor een jongen. Lastig als contact met het andere geslacht of lachen om zijn grappen niet mag. Als jonge vrouw trekt Huda zich terug in een hoekje met een boekje. Geen van de mannen die zij wel ziet zitten, is bereid tot een ‘hier is het nummer van mijn vader-relatie’. Uiteindelijk vindt ze als 25-jarige werkende vrouw de ware op een Korancongres. Na een uitgebreide ballotage door haar vader, en ontmoetingen waar haar moeder chaperonneert, wordt het huwelijk gesloten. Fahmys zoektocht is voor haar niet zo bijzonder. Dat is het wél. Nergens blijkt dat ze in Amerika leeft. In haar omgeving bevinden zich uitsluitend moslima’s met hoofddoeken en moslimmannen. De uitzondering is een collega die meisjes in abaya niet aantrekkelijk vindt. ‘Je weet toch dat dat de bedoeling is, hè?’, antwoordt Huda.