De Frans-Canadese auteur Mikaël publiceerde enkele jaren geleden Giant, het epos over het harde immigrantenleven van Ierse arbeiders die de wolkenkrabbers van New York optrokken tijdens de wereldwijde crisis in 1929. Enkele jaren later is Bootblack hierop een soort vervolg maar met andere personages. In deze metropool heeft Altenberg Ferguson, zoon van een Duitse immigrant, zichzelf op jonge leeftijd de naam Al Chrysler gegeven. Amerikaans en krachtig, afstand nemend van zijn roots. Als bootblack, het stadse jargon voor een schoenenpoetser, scharrelt Al van jongs af aan zijn kostje bij elkaar. Om financieel vooruit te komen belandt hij langzaam maar zeker in de greep van misdaad en geweld. Dat culmineert in een wrede moord die hij begaat als wraak voor de dood van twee van zijn vrienden. Het resultaat is een gevangenisstraf van een tiental jaren. Daarnaast speelt er een onbeantwoorde liefde voor de mooie maar hautaine Maggie Beauford. Zij leeft bij het idee dat ze een betere partij moet trouwen om vooruit te komen in het leven en Al is dat niet.
Om zijn oude leven te ontsnappen tekent Al na zijn gevangenisjaren bij het Amerikaanse leger. Naar de modder en het dodelijke geweld van de invasie in Frankrijk in het laatste oorlogsjaar. Mikael haalt met Blackboot veel overhoop, wellicht wel wat teveel. Ondanks enkele geforceerde scenariogrepen overtuigt hij echter wel. Het tekenwerk is overtuigend en gruizig, met bijzondere perspectieven en zware schaduwpartijen. De bedekte kleuren zijn voornamelijk sepia en mosgroen. Nergens krijgt het volumineuze album een lichte toets, op de laatste, uiterst symbolische pagina’s na. De stad New York is minutieus bestudeerd en door de rijke detaillering van de gevels met hun opschriften, de gebouwen, kleding, bruggen en de auto’s is er een prachtig tijdsbeeld neergezet. De grote Will Eisner zou van dit New York genoten hebben.