Zonder dromen of sprookjes is het leven saai. Ook daarom word je vrolijk van het verhaal over een walvis en een zeepostbode. Uit een toevallige ontmoeting groeit een vriendschap tussen twee bedreigde soorten: de walvis wordt bejaagd; (zee)postbode is een uitstervend beroep. De walvis draagt in haar buik een bibliotheek met duizenden boeken. Vissen, grote en kleine, haaien en inktvissen bezoeken haar om boeken te lezen of om door haar voorgelezen te worden. De walvis zelf houdt van verhalen, vooral als die goed aflopen. Ze weet veel over de onmetelijk grote en diepe oceaan, maar weinig over het land of de lucht. Waarom leggen die machines die door de lucht vliegen geen eieren? Waar blijven de zonnen die aan de horizon verdwijnen? Waarom zijn bergen zo boos? De postbode kent de antwoorden niet. Hij schrijft geen boeken, maar zorgt dat brieven en boeken goed aankomen. Zidrou (pseudoniem van Benoît Drousie ), veelzijdig scenarist van Robbedoes en vele stripseries, bedacht taalpareltjes voor De walvisbibliotheek. Tekenaar Judith Vanistendael, die eerder de prachtboeken Penelope en Toen David zijn stem verloor maakte, creëerde met waterverf en potlood een wonderschoon zeelandschap. Ze maakte haar illustraties tijdens de lockdown. Via sociale media was te volgen wat ze maakte. Blauw is in Vanistendaels beelden dit keer de overheersende kleur: de diepzee is blauw, net als de walvis, de jas en pet van de postbode. Het idee over een walvis die een mens ontmoet bedacht Zidrou vijfentwintig jaar geleden, toen hij met David Merveille een prentenboekje maakte voor de Artimini-reeks. Met de bibliotheekwalvis loopt het niet goed af. Hij wordt gespot door jagers als hij tevergeefs wacht op de postbode die de geboorte van zijn dochter niet wil missen. De jagers dumpen de boeken in de buik van de walvis als afval in zee. Maar boeken in zee vergaan niet snel, ze spoelen aan en eenmaal zorgvuldig gedroogd blijven ze een bron van inspiratie.