De Belgische striptekenaar Ben Gijsemans debuteerde in 2016 al redelijk succesvol met Hubert, maar met Aaron zet hij zich definitief als een van de grote talenten van de Lage Landen op de kaart. Aaron is een boek dat ogenschijnlijk qua thematiek weinig omhanden heeft. We volgen een student die dag in dag uit zou moeten blokken voor zijn herexamens, maar veel moeite heeft zich daartoe te zetten. Dit alles is op de pagina gezet met een zeer verfijnd gevoel voor herhaling; vaak zien we Aaron pagina’s lang op zijn bed hangen. De enige echte afwijking van deze monotonie, die overigens op treffende wijze het moeten-maar-niet-kunnen studeren verbeelden, zijn de superheldenstrips waarin Aaron voor de werkelijkheid ontvlucht. Gijsemans gebruikt de vorm strip zodoende om op een visueel boeiende wijze verveling te illustreren en doorbreekt die verveling, wederom beeldend, door op gezette momenten naar de beeldtaal van 'golden age of comics' te schakelen.
Later in het boek worden Aarons dagen nog langer. Het onvermogen om te studeren blijkt een dieperliggende oorzaak te hebben die de toon van het boek op dramatische en doorslaggevende wijze wijzigt. Aaron voelt zich aangetrokken tot jongetjes en dat zorgt voor onrust in zijn hoofd. Zonder dat de term pedofilie valt, omdat dit zeer gevoelige onderwerp immers niet het hoofdthema van het boek is, weet Gijsemans de identiteitscrisis van deze jongvolwassene in een beeldtaal te vatten die ruimte biedt aan zowel verveling als dramatische innerlijke ontwikkelingen. Met Aaron levert Gijsemans een perfecte beeldroman af die het verdient door iedereen gelezen te worden.