Op een dag ontdekt Lenneke Hoope onder de douche een knobbeltje in een borst. Het is gedaan met het zorgeloze leven van de dertiger, met vaste partner, jong kind en een leuke baan. Het ziekenhuis en de behandeling bepalen haar agenda. Op Pakjesavond zit ze thuis op de bank; die ochtend krijgt ze haar eerste chemo. Met kerst volgt de tweede kuur. Vijf jaar later vinden Hoope en haar vriendin Anneloor van Heemstra het tijd dat er een strip komt over wat je overkomt als je borstkanker krijgt. Het wordt Dingen die erger zijn. Geen belerende strip over vrouwen die borstkanker krijgen, maar een boekje met tekeningen en aantekeningen over de ervaringen van één vrouw die herkenbaar zijn voor veel vrouwen.
Heemstra maakt eenvoudige, kleurige tekeningen om in beeld te brengen wat haar vriendin meemaakte. Door de chemo wordt Hoope kaal. In het zwembad vragen ze: ben je een jongen of een meisje? En dankzij haar kale hoofd krijgt ze, ongevraagd, veel adviezen én verhalen over ervaringen van anderen die kanker kregen. Daar zit ze dus echt niet op te wachten. Blij wordt ze wel van de steun van vriendinnen. In een appgroepje posten die filmpjes en plaatjes van mensen die het ook niet makkelijk hebben. Dat laat Hoope lachen en helpt haar eigen ziekte te relativeren. Vandaar de titel Dingen die erger zijn. Appjes van de vriendinnen zijn in het boekje opgenomen. De tekeningen zijn eenvoudig, gedetailleerd en kleurrijk. Heemstra tekent de tijdlijn van de behandeling als een parcours met maandetappes: 1e, 2e,3e, 4e en 5e chemo, borstoperatie, bestralingen, pet-scan, start anti-hormoonbehandeling, en dan de finish. Het leven voor Hoope gaat verder, maar de twijfel en angst blijven.