Recensies

Het beeldverhaal op z’n Rotterdams gezien

Uitgave

Als Rotterdamse striplezer en verzamelaar koester ik mijn herinneringen. Eind jaren vijftig op de - katholieke - lagere school: een levendige uitruil van strips (van Akim, held van de jungle tot Kick Wilstra). Oogluikend toegestaan ondanks de waarschuwende brief van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aan de scholen uit 1948 die nog steeds van invloed was. Want ‘deze boekjes, die een samenhangende reeks tekeningen met een begeleidende tekst bevatten, zijn over het algemeen van sensationeel karakter zonder enige andere waarde.’
Mijn vader, die uit België - waar hij regelmatig voor zaken moest zijn - Vlaamse blauw/rode Suskes en Wiskes meenam, en verzamelboeken van stripblad Robbedoes. Maar de mooiste herinneringen heb ik toch aan die periode ruwweg tussen 1960 en 1990 toen op de Rotterdamse markten, tweedehands tijdschriftenhallen en andere enigszins onduidelijke winkels ‘op Zuid’ en ‘in de stad’ de steeds veelzijdiger wereld van het getekende verhaal (underground strips, de eerste grafische romans) voor me werd ontsloten.
Tweedehands stripalbums en -tijdschriften waren er vaak tegen een habbekrats te verkrijgen, totdat in de negentiger jaren zelfs de meest suffige winkelier en marktkoopman zijn negotie op waarde controleerde met de Matla-katalogus. Voor de jongeren onder ons: dat was een papieren ‘officiële cumulatieve stripografie der nederlandstalige en friestalige stripboeken en striptijdschriften’ (sic). Met handelsprijzen! Gelukkig voor de jacht op strips was mijn zakgeld inmiddels vervangen door eigen verdiend geld.
Deze herinneringen komen weer bovendrijven tijdens het lezen en bekijken van Rotterdam stripstad, 100 jaar strips in de stad: een (misschien vooral voor (oud)-Rotterdammers) zeer bevredigend en gevarieerd kloek kijk- en leesboek van 244 pagina’s, met in vier aparte delen onder meer een schat aan Rotterdamillustraties van striptekenaars, een overzichtsgeschiedenis van de strip in het algemeen en aandacht voor de speciale relatie tussen de strip en Rotterdam als internationale havenstad. Daarnaast biedt het boek een informatieve geschiedenis van de Nederlandse en internationale strips in kranten en tijdschriften, een bonte verzameling van anekdotes en feitjes over Rotterdamse stripwinkels en uitgeverijen, en ook aandacht voor de teloorgang van de voetbalheldenstrip. Verder presenteert het boek nog zelfportretten van ruim 140 (strip)tekenaars die een bijzondere band hebben met Rotterdam en interviews met zestien Rotterdamse tekenaars, waaronder Martin Lodewijk, Hanco Kolk, Marcel Ruijters en Jan van Haasteren, maar ook gesprekken met de nieuwe generatie zoals Sterric (Sterre Richard), Valentijn Hamel en de internationaal doorgebroken Aimée de Jongh.
Het boek wordt afgesloten met vier exclusief voor het boek getekende korte verhalen van jonge stripmakers onder de dertig jaar waaronder Miel Vandepitte, die onlangs debuteerde met de grafische roman Centralia, en Marloes de Vries. Met de Rotterdamse striptekenaar Robert van de Kroft als adviseur hebben de schrijver Sander Grip en grafisch ontwerper - tevens mediapromotor – Theo Seesing duizenden uren aan gesprekken en archiefonderzoek in het project gestoken, zo vertelden zij eerder aan NRC Handelsblad. Een aanzienlijk deel van de productiekosten voor dit ambitieuze project over honderd jaar strips en de betrokkenheid van Rotterdam is bijeengebracht door een succesvolle crowdfundingsactie.
Het boek - dat door het enthousiasme van de makers, die zoveel willen vertellen en laten zien - in eerste instantie wat onoverzichtelijk overkomt, blijkt bij nader inzien niet alleen een kijkfestijn, maar weet ook inhoudelijk te boeien. In hun begeestering vermijden de auteurs wel het wat minder goede nieuws, zoals het Strips!Museum aan de Rotterdamse Wijnhaven, dat in 2017 in minder dan een jaar na de opening failliet ging, waarna striptekenaars moesten procederen om hun in bruikleen gegeven werk terug te krijgen. Dat fiasco werd in één zinnetje afgehandeld. En het gedoe in 1997 rond Cartoondam, het plan van Han Peekel om in Rotterdam een strip- en cartoonpretpark te openen, komt zelfs helemaal niet aan bod (Stripschrift 302 besteedde daar ruim aandacht aan). Ook het benoemen van de wederopbouwkunst in Rotterdam als stripkunst komt wat geforceerd over.
Maar daar staat dan weer tegenover dat er terecht uitgebreid aandacht wordt geschonken aan de bijzondere tentoonstellingen die in het verleden konden worden gerealiseerd zoals Wordt Vervolgd (1971), Tante Leny exposeert (1975) en Kuifje in Rotterdam (1977) waar illustere stripmaker Hergé zelf nog een kijkje kwam nemen.
Rotterdam Stripstad is een boek waar de nuchtere stad terecht trots op kan zijn.


DR



Rotterdam stripstad -
100 jaar strips in de stad

Sander Grip; Theo Seesing
Uitgeverij Cross Comix 2022
harde kaft
ISBN: 978-94-931-6654-7
Prijs: € 34,95
244 pagina's
kleur
Stripschrift 473

Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Privacy en voorwaarden Accepteer Weiger