Wie ooit in Ierland is geweest weet waar we over praten. De pub is daar net zo belangrijk als de kerk. In Het weiland achter de kerk draait het om beide ontmoetingsplekken. Plaats van handeling is Kilkenny, de hoofdstad van het Ierse graafschap. Iedere ochtend oefent de pastoor zijn preek aan de rand van een weiland op een kudde schapen. Als beloning geeft hij zijn ‘parochianen’ wat lekkers. Als de volgende dag het ritueel is verstoord, omdat de pastoor schittert door afwezigheid is het kwaad geschied. De schapen, de ram genaamd Cornelius en de geiten zijn zo van slag dat er een discussie onstaat in de kudde over leiderschap. Het vermoeden dat de man in het zwart (pastoor) dood zou zijn begint vreemde vormen aan te nemen. Naast dit weiland achter de kerk is er ook commotie in de pub van dienst, The Pink Clover. Daar lopen de gemoederen en beschuldigingen ook hoog op. Waarbij de kastelein en vaste klant Brendan tegenover elkaar komen te staan. Dit uiterst origineel gegeven wordt vertelt vanuit het perspectief van de eekhoorn, die samen met uil Sir Doyle het relaas gadeslaat en pogingen doet om de schade te beperken. Kortom: genoeg ingrediënten voor een heerlijk aanstekelijk getekend en vermakelijk verteld stripverhaal. Als regelmatige bezoeker in Ierland herken je het sfeertje uit duizenden. Daar drink je tenslotte al om elf uur ’s ochtends een flinke pint Guiness om de dag goed door te komen. De dialogen tussen de dieren en het gemormel tussen de pub-bezoekers uit de pen van Didier Crisse zijn volkomen organisch aan het papier toevertrouwd. Iedere dierenvriend herkent hierdoor het gedrag van menige viervoeter. In combinatie met het treffende tekenwerk en het intieme en ongedwongen kleurenpalet van Christian Paty is dit een warme deken voor de lezer. Alsof dit stripverhaal er al die tijd al was. Een feelgood-strip bij uitstek, waar - zo blijkt - een volgend deel op de planning staat.