Op zondag 15 oktober 1905 verscheen Little Nemo van Winsor McCay voor het eerst in The New York Herald. Sedertdien hebben de avonturen van het dromerige jochie in Slumberland tal van mensen geïnspireerd. Zo ook Moebius. Zo'n tien jaar geleden benaderde Moebius de toen nog vrij anonieme tekenaar Bruno Marchand voor een bewerking van McCay's Little Nemo. De twee delen, op scenario van Moebius, verschenen bij Casterman in 1994 en 1995. In Stripschrift 282 staat een alleraardigst interview met Marchand te lezen over zijn ervaringen met Little Nemo en zijn samenwerking met Moebius. Daarna werd het stil. Het project was afgerond en in een vervolg was niet voorzien. Totdat onlangs onverwacht een derde deel verscheen, De koers naar de ijsbergen. Blijkbaar kon Marchand geen afscheid nemen van de onverbeterlijke, hartveroverende dromer Nemo. Geheel op eigen kracht produceerde Marchand het album. Hij verzorgde zelf het scenario, de tekeningen en de inkleuring. Qua tekenstijl sluit dit derde deel naadloos aan bij zijn voorganger. De kwaliteit is onveranderd hoog en aan niets is te zien dat er tussen deel twee en drie meer dan vijf jaren zijn verstreken. Behalve dan aan Nemo zelf, die is ook een aantal jaren ouder geworden. Van een onbevangen kleuter is hij een piekerende puber geworden. Als de haven van New York plotsklaps bedreigd wordt door enorme ijsbergen die uit het niets verschijnen, roept Nemo de hulp in van zijn oude kameraden uit Slumberland: de Goede Koning, Professor Genius en Flip. Gezamenlijk rusten zij een expeditie uit om de koers van de ijsbergen na te gaan en zo de oorzaak te vinden van de ramp die New York bedreigd. Wat volgt is queeste, niet zozeer naar de oorzaak van een curieus klimatologisch verschijnsel, maar naar Nemo's verloren onschuld. Met het stijgen der jaren is Nemo minder frank en vrij in de wereld komen te staan. Zijn dromen zijn minder onbevangen en hebben daardoor aan kracht ingeboet. Het lijkt wel als of Marchand met dit scenario een pleidooi heeft willen houden voor de onbekommerde zorgeloosheid en verbeeldingskracht van de jeugd. In de loop van de adolescentie raakt je hiervan verwijderd. Maar niet getreurd, zo is de boodschap, want ook een volwassene kan zijn kinderlijke fantasie hervinden.