The Velvet Underground (1964-1973) geldt als een van de invloedrijkste bands in de geschiedenis van de popmuziek, zo mogelijk meer dan The Beatles en The Rolling Stones. Voor de Franse cartoonist Prosperi Buri betekent die vaststelling allerminst dat je dan ook een grafische roman uitbrengt die de loftrompet steekt. Minder, in deze even humoristische als fraai gedocumenteerde (leuke weetjes!) uitgave spaart de VU-fan van het eerste uur de New Yorkse groep geen moment. Vooral Lou Reed (‘Een vuile oplichter’) krijgt ervan langs; met vlijmscherpe kritieken drijft de zelfingenomen, maar begenadigde frontman zo’n beetje iedereen om hem heen tot wanhoop. Achtereenvolgens chanteuse Nico, ‘beschermheer’ Andy Warhol en zelfs medeoprichter John Cale rennen op enig moment huilend de kamer uit. Helemaal bekaaid eraf komt Stephen Sesnick. De manager die in zijn zucht naar geld de band vernachelde, verschijnt consequent als een rechtop lopende serpent. Als dan ook nog blijkt dat Buri nou niet bepaald de Lou Reed onder de striptekenaars is - alsof je naar een aflevering van The Simpsons kijkt - dringt de vraag zich op of deze in zwart en roze (naar het VU-album Loaded) geschetste vertelling nog wel de moeite van het lezen waard is. Ja, ja en ja! Daarvoor moet je wel net zo’n fan zijn van de muziek (!) als de auteur. (Spoiler: ook Reed komt aan het slot van het verhaal tot het inzicht dat hij het totaal heeft verkloot.)