Het tweede deel in een reeks over ‘de spectaculairen’ gaat over de beroemde theaterster Sarah Bernhardt (1844-1923) wier leven bedreigd wordt en die daarom de hulp van de titelpersonages inroept. Het verhaal van Régis Hautière is wat chaotisch met een teveel aan personages, van wie de individuele karaktertrekken niet heel duidelijk worden. Voor wie het eerdere album niet gelezen heeft, is het niet helemaal duidelijk wie die spectaculairen zijn, denkelijk theaterlui. Het lijkt erop dat de scenarist een parodistische kruising tussen James Bond (met zijn technische snufjes) en het laatnegentiende-eeuwse feuilleton heeft willen bieden. De tekeningen van Arnaud Poitevin passen bij het chaotische verhaal. Ze zijn eigen en hyperbolisch, bewust onesthetisch: Poitevin streeft ermee geen nostalgisch effect na, wat ook gesteld kan worden over de kleuren van Christophe Bouchard.
Als de auteurs vermaak hebben willen bieden, dan is dat niet helemaal gelukt. De humor is niet sterk. Vervreemdende situaties alleen maken een verhaal nog niet komisch. De tekeningen zijn niet behaaglijk en passen in de Franse traditie van de humoristische auteurstrip. Het zijn deze tekeningen die de waarde van dit album bepalen. De een zal ervoor vallen, de ander niet. Ze getuigen van veel persoonlijkheid.