Dat is nog ‘ns doorpakken van Xavier Coste; snel na 1984 nu het even fraaie De man met de leeuwenkop. Coste baseert zijn strip op het bijzondere leven van Stephan Bibrowski, die in de hoogtijjaren van het circus in Amerika top of the bill is, meer in het bijzonder van de toen populaire freakshows. Het was begin twintigste eeuw volstrekt legitiem om tegen betaling naar mensen met meestal aangeboren ‘afwijkingen’ te staren, of erger. Op vroege foto’s en in dit album staan ze allemaal: de Siamese tweeling, de degenslikker, de aandoenlijke Schlitzie, de vrouw met de baard en onze held: de man met de leeuwenkop, feitelijk een haargroeiziekte. Afkeurenswaardig vermaak, u zegt het, maar Coste toont mooi de saamhorigheid, de (ook financiële) zelfstandigheid en de vrijheid van de ‘freaks’. Voordat zij gemedicaliseerd worden en naar de randen van de samenleving verdwijnen (een discutabele verbetering).
Toch heeft Bibrowski gemengde gevoelens over zijn rol, in wezen is hij een ontwikkelde, belezen en creatieve man, en niet de wilde die hij moet uitbeelden. Het thema is in laatste instantie de woeste natuur tegen de menselijke cultuur. We zien hem ongelukkig bij een prostituee en de dame met de baard wil hem ook al niet. Coste buit de stripmogelijkheden volledig uit: Bibrowski is op kernmomenten een leeuw. Wanneer een echte leeuw in het circus sterft, begraaft Bibrowski zijn ‘broeder’, we zien de affiches, de lezer wordt rechtstreeks toegetekend. Hij speelt met rasters en kaders en hij verwijst naar Little Nemo. We volgen leeuwenkop vanaf zijn entree in de VS tot aan zijn dood. Dat is tegelijk een in memoriam voor het ouderwetse circus, dat ten onder gaat aan de opkomst van de cinema. Waarzeggers waarschuwen Bibrowski al voor de kreeft. En het is zijn grote, arrogante tegenstrever Lobster Boy die de stekker eruit trekt door over te stappen naar film. Coste zet de werkelijkheid geheel terecht naar zijn hand: hij noemt Stephan in zijn boek Hector, en die is al dood als Lobster Boy nog niet geboren is. Mooi en vierkant boek.